31. Thema 4, week 2 Les 6b bewegen sport en spel
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk woord hoort erbij?
A
buitenspel staan
B
fysiek
C
behendig
Slide 2 - Quiz
Welk werkwoord hoort erbij?
A
strompelen
B
buitenspel staan
C
afmatten
Slide 3 - Quiz
Welk werkwoord hoort erbij?
A
strompelen
B
afmatten
C
het duel
Slide 4 - Quiz
Wat betekent het onderstreepte woord?
A
iemand zie zorgt voor reclame rondom het voetbalveld
B
de trainer van een voetbalteam
C
een supporter die die relletjes schopt en geweld gebruikt
Slide 5 - Quiz
Welk werkwoord hoort onder de vlek?
A
strompelen
B
afmatten
C
buitenspel staan
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Question de remorquage
Welk woord hoort erbij?
A
de hooligan
B
het duel
C
het tenue
Slide 8 - Quiz
Wat betekent het onderstreepte woord?
A
wat met nadenken te maken heeft
B
wat met je lichaam te maken heeft
C
wat met je schoenen te maken heeft
Slide 9 - Quiz
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
de competitie
B
het duel
C
het eindklassement
Slide 10 - Quiz
Welk werkwoord hoort onder de vlek?
A
uitputten
B
strompelen
C
buitenspel staan
