Week 5 - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De leswissel

1. Kom meteen naar het lokaal.
2. Leg eerst je iPad, schrift, pen, markeerstift klaar.
3. Doe je jas uit, tas op de grond, telefoon in de telefoontas.
4. Vraag of je nog snel 'je ding' mag doen.
5. Na de bel start de les, het risico is voor jou. 
6. Te laat? Ga in stilte zitten en volg de les.

'Je ding'

- flesje vullen

- naar toilet

- spullen uit kluisje

- boek uit mediatheek

Mooi Nederland(s)

Je krijgt inzicht in het belang van afgewogen formuleren.

Vooruikijken

Theorie: netjes formuleren

Samen oefen en schrijven

Zelfstandig werken

Afsluiting en vooruitblik

Terug- en vooruitkijken

E-mail naar directeur.

Boek uit op 19 oktober!

Lees alvast opdracht 34 t/m 39 door.

Iedereen heeft een eigen schrijfstijl,

maar jouw taal moet altijd de boodschap begrijpelijk overbrengen.

Wat heeft Ihattaren gedaan? En heerst of hangt er iets in de lucht?

verkeerde woorden, contaminaties.

"Aantal deelnemers Vierdaagse loopt achteruit."

Dubbelzinnig / twee betekenissen. 

"Je lag die zomer als een kalf in stuitligging in de kraamkamer van mijn verziekte verlangens."

Er zit veelk beeldspraak in de tekst, er worden woorden gebruikt die de meeste mensen niet vaak gebruiken, dus je struikelt bij het lezen zo nu en dan, je moet even teruglezen om te begrijpen wat er staat. Dat maakt het lezen lastig. Ook omdat je voortdurend moet interpreteren. 

"Heden ten dage is menig jongeling in de leeftijd van 14 tot en met 16 jaar de mening toegedaan dat het consumeren van verhalend proza vooral een aangelegenheid is voor bibliofiele onderwijskrachten."

Herschrijf tot een bondige, goed te begrijpen zin.

Conclusie

Vermijd dubbelzinnigheden en lastige beschrijvingen en lastige woorden. 

Wees spaarzaam met beeldspraak.

Schrijf op wat je bedoelt te zeggen. 

Individueel werken

1. Werk in stilte.
2. Kijk in Som naar de weektaak.
3. Open het iBook van deze periode.
4. Lees inleidende teksten en de opdrachten GOED door.
5. Zet antwoorden/ aantekeningen in je schrift of op het theorieblad.
6. Vraag feedback/goedkeuring wanneer daarom gevraagd wordt
7. Zet deadlines in de agenda.

Wat te doen met vragen?

1. Kun je de vraag Googlen? (woordbetekenis, theorie, namen van personen, weetjes)
2. Is het logisch het antwoord te vinden in het iBook of in Som? (instructie, opdrachten, deadlines, linkjes, documenten)
3. Kun je het antwoord op een specifieke site vinden? (lezenvoordelijst.nl, leesadviezen.nl, cambiumned.nl)
4. Kun je aantekeningen raadplegen ter ondersteuning van de weektaak? 
    
5. Steek je vinger op: de docent komt zo spoedig mogelijk om je op weg te helpen.

DOEN!

Maak de weektaak af:

opdracht 23 t/m 27

Boek uit op 19 oktober!

Lees alvast de eindopdracht (34 t/m 39) door.

Het einde van de les....

1. De docent geeft het teken dat de les ten einde is.
2. Ruim je tafel leeg.
3. Schuif je stoel aan
4. Ruim alle rommeltjes rondom jouw werkplek op.
5. Verlaat het lokaal; vergeet de telefoon niet.