Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
5.2 Regionale verschillen
Slide 1 - Diapositive
5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland
Hoofdstuk 5: Bevolking en Ruimte in Duitsland
5.2 Regionale verschillen
5.3 De verstedelijking van Duitsland
5.4 Het Ruhrgebied
Deelvraag = Waar in Duitsland groeit de bevolking, waar neemt die af en wat zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen 5.2
Aan het einde van de les:
Kun je beschrijven hoe Duitsland in twee staten was verdeeld.
Kun je beschrijven welke verschillen er waren tussen oost en west.
Kun je de gevolgen van die verschillen tussen oost en west beschrijven voor de bevolkingsontwikkeling en de voorzieningen in Oost-Duitsland.
Kun je beschrijven en verklaren hoe de groei en krimp in de rest van Duitsland is verlopen.
Tijdens de uitleg: ben je stil, steek je je hand op als je mee wilt doen maak je aantekeningen
Slide 3 - Diapositive
Twee staten
In delen van Oost-Duitsland: veel krimp.
Het grote vertrekoverschot in
Oost-Duitsland heeft te maken met de periode na de WO II.
In deze periode bestond Duitsland uit 2 staten.
Maak aantekeningen!!
Slide 4 - Diapositive
Twee staten - maak de juiste combinaties
Slide 5 - Diapositive
Twee staten
Staat 1: Oost - Duitsland DDR
Communistisch.
Alles in handen van de staat.
Dictatuur – onder invloed van Sovjet Unie.
Lage welvaart
Grote vertrekoverschot naar West - Duitsland.
Maak aantekeningen!!
Slide 6 - Diapositive
Twee staten
Staat 2: West-Duitsland:BRD
Kapitalistisch.
Democratisch.
Veel vrijheid.
Hoge welvaart
Onder invloed van de VS.
Maak aantekeningen!!
Slide 7 - Diapositive
Berlijn
De hoofdstad werd ook in 2 verdeeld.
Oost - Berlijn: Bij Oost - Duitsland
West - Berlijn: West- Duitsland
Veel mensen gingen van oost naar west Berlijn.
Bouw Berlijnse muur: 1961.
Val van de muur in 1989.
Maak aantekeningen!!
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Krimp in Oost Duitsland
1989: Oost-Duitsland en
West-Duitsland werden herenigd.
Duitsland werd 1 land.
Grote regionale verschillen:
westen: modern, rijk.
oosten: vervallen, arm.
Grote vertrekken (jonge mensen) uit oost naar west.
Slide 10 - Diapositive
West - Duitsland
Oost - Duitsland
Bevolkingsgroei door voornamelijk jongeren die komen werken
Landbouw moderniseert na 1989: minder werknemers nodig, dus hoge werkloosheid.
Lage werkloosheid
Veel krimpgebieden
( jongeren trekken weg)
Veel vergrijzing (bejaarden blijven over EN laag geboortecijfer)
Krimp van voorzieningen, dus nog meer vertrek van jongeren
Braindrain
Maak aantekeningen!!
Slide 11 - Diapositive
Groeiregio's
In het oosten van Duitsland is Berlijn de enige groeiregio.
Berlijn kent veel voorzieningen, studiemogelijkheden en werk.
In het westen en zuiden van Duitsland zijn er meerdere groeiregio's.
München kent de grootste groei. Hier is veel werk in de moderne industrie of in de dienstensector te vinden (aantrekkingsfactor).
Krimpregio
In het oosten van Duitsland zijn er veel krimpregio's.
Dit zijn vooral de oude industriegebieden en landbouwgebieden met een hoge werkloosheid (afstotingsfactor).
Ook in het westen van Duitsland zijn er krimpregio's te vinden: Ruhrgebied.
Ook hier is een hoge werkloosheid door de vervallen industrie.
Maak aantekeningen!!
Slide 12 - Diapositive
München = groeiregio: veel werk in de moderne industrie of in de dienstensector
Berlijn is ook een groeiregio
Slide 13 - Diapositive
Ruhrgebied krimpregio
Oost - Duitsland kent veel krimgebieden
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Vragen?
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag
Ga naar 5.2 Regionale verschillen
Zelfstandig werken aan de opdrachten:
1 2 5 6 7 + 9
Slide 17 - Diapositive
HERHALING
Paragraaf 5.2
Regionale verschillen in Duitsland
Slide 18 - Diapositive
Oost-Duitsland was tot 1989
A
kapitalistisch
B
communistisch
Slide 19 - Quiz
Na WO II was DE verdeeld in 2 staten. Noem 3 kenmerken van Oost - Duitsland DDR
Slide 20 - Question ouverte
Noem 3 kenmerken van West- Duitsland (BRD)
Slide 21 - Question ouverte
Waarom is in 1961 de Berlijnse muur gebouwd?
Slide 22 - Question ouverte
In welk jaar valt de Berlijnse muur (en het communisme)
A
1956
B
1963
C
1975
D
1989
Slide 23 - Quiz
In je boek staat dat veel mensen het oude Oost-Duitsland verlieten, dat waren vooral....
A
oude mensen
B
jonge mensen
Slide 24 - Quiz
Na 1989 moderniseerde de landbouw op het platteland van Oost - Duitsland. Wat was het gevolg hiervan?
Slide 25 - Question ouverte
De krimp van de bevolking heeft in Oost - Duitsland ook grote gevolgen voor de voorzieningen gehad. Leg uit
Slide 26 - Question ouverte
Noem een afstotingsfactor van Oost - Duitsland
Slide 27 - Carte mentale
Noem een aantal aantrekkingsfactoren van West - Duitsland
Slide 28 - Carte mentale
Wat is NIET een goed voorbeeld van een afstotingsfactor?
A
Goed bereikbaar
B
Hoge werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Slechte bereikbaarheid
Slide 29 - Quiz
Wat is NIET een goed voorbeeld van een aantrekkingsfactor
A
Goed bereikbaarheid
B
Lage werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Lage belastingen
Slide 30 - Quiz
Veel jongeren trekken weg uit het oosten van Duitsland. Dit heeft geleid tot een braindrain. Geef de oorzaak waardoor het wegtrekken van jongeren uit het oosten van Duitsland heeft geleid tot een braindrain.
A
Het oosten van Duitsland is kansrijk voor veel jongeren
B
hoog opgeleide jongeren trokken weg
C
Er is veel moderne landbouw in het Oosten van Duitsland
D
Het Ruhrgebied (vlak over de grens) is een grote trekpleister
Slide 31 - Quiz
De leegloop in het voormalige Oost-Duitsland is dramatisch. Welke stad is daarop een uitzondering?
A
Hamburg
B
Munchen
C
Berlijn
D
Magdeburg
Slide 32 - Quiz
CSE Vraag: Naast migratie uit het buitenland bestaat in Duitsland ook binnenlandse migratie. Geef een reden waarom de binnenlandse migratie zich voornamelijk op het zuiden van Duitsland richt.