Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Les 2: Oog dl2
Slide 1 - Diapositive
In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?
A
In het vaatvlies
B
In het netvlies
C
In het harde oogvlies
Slide 2 - Quiz
Welk onderdeel van het oog regelt de hoeveelheid licht in het oog?
A
pupil
B
iris
C
hoornvlies
D
lens
Slide 3 - Quiz
Pupilreflex
Slide 4 - Diapositive
Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Hersenen
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Proefje: houd je vinger voor je ogen en kijk naar je vinger. Kijk daarna ver weg. Kun je tegelijkertijd dichtbij en ver weg scherp zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Accomoderen
Slide 8 - Diapositive
lichtbreking door lenzen
Slide 9 - Diapositive
oogafwijkingen
Slide 10 - Diapositive
oogafwijkingen
Slide 11 - Diapositive
Wat is constant in het oog?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand
C
voorwerpafstand
D
pupilgrootte
Slide 12 - Quiz
Als de kringspieren in het straalvormig lichaam zich samentrekken, wordt de lens boller.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat voor lens heb je nodig als je bijziend bent?
A
negatief
B
positief
Slide 14 - Quiz
Als je verziend bent kun je.......?
A
in de verte scherp zien
B
dichtbij scherp zien
C
kleuren niet goed zien
D
in het donker niet goed zien
Slide 15 - Quiz
Een evenwijdige lichtstraal wordt na een holle lens ......
A
Convergent
B
Divergent
C
Blijft evenwijdig
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Testje met je blinde vlek:
Je houdt je linkeroog dicht en kijkt met je rechteroog naar het kruisje. Je brengt je gezicht dichterbij je scherm en op een bepaald moment zie je het rondje niet meer.
Slide 21 - Diapositive
Leg uit wat er in voorgaand testje gebeurd. Waar zit de blinde vlek in je netvlies?
Slide 22 - Question ouverte
Noem 3 verschillen tussen staafjes en kegeltjes.
Slide 23 - Question ouverte
Welke lichtgevoelige zintuigcellen hebben een lage drempelwaarde?
Slide 24 - Question ouverte
Je kijkt in de nacht recht naar een ster: Je ziet hem niet. Maar als je er net naast kijkt zie je hem wel. Ra, ra hoe kan dit?
Slide 25 - Question ouverte
Welke zintuigcellen in je netvlies gebruik je voor het zien van kleur?
Slide 26 - Question ouverte
Welke kegeltjes worden actief bij het zien van wit licht?