TL-1 SO 4.1 en 4.2
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe heet tijdvak drie?
A
Tijd van Jagers en Boeren
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van Grieken en Romeinen
D
Tijd van monniken en ridders
Slide 2 - Quiz
Welke jaartallen hoort bij tijdvak drie?
A
500 N. Chr. - 1000. N. Chr.
B
500 V. Chr. - 1000 N. Chr.
C
500 N. Chr. - 1500 N. Chr.
D
500 V. Chr. - 1500 N. Chr.
Slide 3 - Quiz
De koning was in het leenstelsel de ...
A
Leenheer
B
Leenman
C
Achterleenman
D
Vazal
Slide 4 - Quiz
Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
Trouw
Leenheer
Leenman
Macht
Slide 5 - Question de remorquage
Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders
Slide 6 - Quiz
Wie konden er 'leenman' worden van de koning?
A
Zijn horigen
B
Zijn boeren
C
Zijn vazallen
D
Zijn dochters
Slide 7 - Quiz
Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Herendiensten
Politiek
Leenheer
Trouw zweren
Slide 8 - Question de remorquage
Een vazal was altijd een leenman
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
?
?
?
?
Leenman
Leenheer
Achterleenman
Leenstelsel
Slide 10 - Question de remorquage
Wat was het drieslagstelsel?
A
Een manier van landbouw
B
Een manier van besturen
C
Een manier ven koken
Slide 11 - Quiz
Het drieslagstelsel verdeelde het land in drie delen. Welke hoort waarbij?
Braak
Wintergraan
Zomergraan
