4H - Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen

Nederlands
Dinsdag 11 oktober
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Dinsdag 11 oktober

Slide 1 - Diapositive


  • Dagen van gras - week na vakantie uitlezen en eindopdracht
  • Formuleren
  • Literatuurgeschiedenis
Komende tijd

Slide 2 - Diapositive

Literatuurgeschiedenis

Slide 3 - Diapositive

Literatuurgeschiedenis
We gaan ons bezighouden met de volgende vragen:
  1. Hoe is de Nederlandse literatuur ontstaan?
  2. Hoe las men in de middeleeuwen?
  3. Hoe zag de maatschappij eruit?
  4. Hoe zie je dit terug in de literatuur?

Slide 4 - Diapositive

Literatuurgeschiedenis
De literatuurgeschiedenis is opgedeeld in literaire periodes die je voor een deel kent van het vak geschiedenis. Vandaag kijken we naar de literatuurgeschiedenis van de middeleeuwen. 

Slide 5 - Diapositive

Waarom moet ik dat allemaal weten?


  • Het is onderdeel van de Nederlandse cultuur.
  • Veel teksten, films, bekende citaten etc. verwijzen naar de oude Nederlandse teksten.
  • We kunnen lezen dat wat mensen 500 of 1000 jaar geleden bezighield (in literatuur) soms verschilt van onze tijd, maar dat veel ook niet is veranderd! 

Slide 6 - Diapositive

Middeleeuwen
De literatuurgeschiedenis van Nederland begint in de middeleeuwen. Voor die tijd zijn er geen overgeleverde teksten uit het Nederlands.

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je van de middeleeuwen?

Slide 8 - Question ouverte

Algemene inleiding middeleeuwen

Vandaag bespreken we de volgende onderwerpen:
  • historische context
  • welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?
  • wat waren de middeleeuwers voor mensen?

Slide 9 - Diapositive

Middeleeuwen 
Periodisering
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 10 - Diapositive

Welke taal spraken de mensen in de middeleeuwen?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

1500
1300
1100
600
Hoe oud zijn deze tekstfragmenten?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu
maltho thi afrio lito

Fraeye historie ende al waer
mach ic u tellen, hoorter naer! 
Het ghebuerde dat des heer Ghijsbrecht Mariken zijnder nichten seynden wilde in die stadt van Nieumeghen

Slide 13 - Question de remorquage

Allereerste Nederlandse literaire tekst

Hebban olla vogala nestas hagunnan
hinase hic anda thu
wat unbidan we nu

gevonden in een Oudengels prekenhandschrift, omstreeks 1100

Slide 14 - Diapositive

Wat denk je dat de zin betekent:
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu

Slide 15 - Question ouverte

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. Dat is:
maltho thi afrio lito  

Deze zin stond in een wetboek uit de zesde eeuw
betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 16 - Diapositive

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 17 - Quiz

Het leven in de middeleeuwen
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven. Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 18 - Diapositive

Het leven in de middeleeuwen

De tweede belangrijke stand was de adel. De adel had de wereldlijke macht verdeeld via het feodale stelsel ook wel het leenstelsel genoemd. Daarbij leent de koning (leenheer) zijn grond aan de leenmannen.
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent  die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen).  Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.

Slide 19 - Diapositive

Het leven in de middeleeuwen
Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel. Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 20 - Diapositive

Wie schreven er in de middeleeuwen en in welke taal schreven ze (voornamelijk)?

Slide 21 - Question ouverte

Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. We noemen dat orale literatuur. Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen. 

Slide 22 - Diapositive

Karel ende Elegast

We lezen de komende tijd het verhaal van Karel ende Elegast.

Slide 23 - Diapositive

Samenvatting
Karel de Grote krijgt aan de vooravond van een hofdag van een engel opdracht om uit stelen te gaan. Hij gehoorzaamt met tegenzin, en trekt uiteindelijk het duistere woud in. Daar verslaat hij een zwarte ridder, die Elegast blijkt te heten. Omdat hij Elegast indertijd verbannen heeft, en hij niet wil toegeven dat hij op pad is om te gaan stelen, stelt Karel zichzelf voor als Adelbrecht (dat betekent: van adellijke geboorte). Ze breken in bij Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel.

We lezen het begin van het verhaal.



Een spannend ridderverhaal over trouw en list en bedrog.

Slide 24 - Diapositive

Waarom zou dit verhaal (net als alle andere middeleeuwse verhalen) in rijm zijn geschreven?

Slide 25 - Question ouverte

Welk gedeelte van de uitleg zie je al terug in de samenvatting en in dit korte begin?

Slide 26 - Question ouverte