3.3 Vraag en Aanbod

§ 3.3 Vraag en aanbod
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§ 3.3 Vraag en aanbod

Slide 1 - Diapositive

Herhaling paragraaf 3.2 
Wat levert het op?

Slide 2 - Diapositive

Als bedrijven duurzaam gaan ondernemen, zullen hun bedrijfskosten op korte termijn ........ door ....... investeringen

Wat komt er op de puntjes?
A
Dalen / Stijgen
B
Stijgen / Minder
C
Dalen / Meer
D
Stijgen / Meer

Slide 3 - Quiz

Op de langere termijn zullen de bedrijfskosten door mvo ..... en zal het aantal klanten ...... De winst zal .......

Wat komt er op de puntjes?
A
Stijgen / Afnemen / Toenemen
B
Dalen / Toenemen / Afnemen
C
Dalen / Toenemen / Toenemen
D
Stijlen / Toenemen / Afnemen

Slide 4 - Quiz

Roos is eigenaar van een bloemenwinkel. Ze koopt 150 bossen bloemen in voor € 450 (excl btw).

Bereken hoeveel bossen bloemen ze minstens moet verkopen a €4,95 (excl. btw) om op deze partij bloemen een positieve brutowinst te behalen.

Slide 5 - Question ouverte

§ 3.3 Vraag en aanbod

Slide 6 - Diapositive

Marktwerking
Er zijn concrete markten, zoals een supermarkt of een weekmarkt.

Een abstracte markt is alle vraag en aanbod van een product.
Bijvoorbeeld: huizenmarkt, arbeidsmarkt, scootermarkt.



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Marktwerking
Vraag van consumenten en aanbod van producenten bepalen de evenwichtsprijs (= de prijs waarbij de vraag gelijk is aan het aanbod).

Evenwichtshoeveelheid = aantal gevraagde en aangeboden producten bij evenwichtsprijs.


Slide 9 - Diapositive

Verandering van aanbod
Het aanbod kan veranderen.
Bijvoorbeeld:
  • Tekort aan grondstoffen = aanbod daalt.
De aanbodlijn verschuift naar links. 


  • Meer producenten = aanbod stijgt
De aanbodlijn verschuift naar rechts




Slide 10 - Diapositive

Verandering van vraag
De vraag kan veranderen.
Bijvoorbeeld:
  • Inkomen consumenten stijgt = vraag stijgt. De vraaglijn verschuift naar rechts. 


  • Consumenten kiezen voor ander product =vraag daalt. De vraaglijn verschuift naar links





Slide 11 - Diapositive

De overheid grijpt in
Vrije marktwerking: prijs wordt volledig door vraag en aanbod bepaald.


Te hoge prijs soms onwenselijk bij basisbehoeften (bijv. sociale huur en medicijnen).

Dan kan de overheid ingrijpen. 




Slide 12 - Diapositive

De overheid grijpt in
Wat kan de overheid doen tegen vrije marktwerking?
  • maximumprijs vaststellen
  • subsidie of toeslag geven
  • Overheid stelt soms minimumprijs in = bescherming producent tegen te lage prijs.





Slide 13 - Diapositive

Een overzichtelijke markt
In een transparante markt kun je aangeboden producten en prijzen goed vergelijken.


In zo’n markt, met veel 
vragers en aanbieders, geldt:  

Slide 14 - Diapositive

Als je meer producenten eenzelfde product gaan maken, verschuift de aanbodlijn naar rechts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Als consumenten overstappen op een ander product verschuift de vraaglijn naar links
A
Onjuist
B
Juist

Slide 16 - Quiz

De markt voor telefoons is een ..... markt.

Wat komt er op de puntjes?
A
Abstracte
B
Concrete

Slide 17 - Quiz

Aan het werk
Maak paragraaf 3.3

Slide 18 - Diapositive

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo