1 HV Spelling (werkwoorden)

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Introduction

Les over spelling van de werkwoorden

Instructions

Onderstaande onderdelen worden behandeld:

- pvtt
- pvvt (zwak)
- pvvt (sterk)
- vd
- od
- deelwoord als bn

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lezen in je boek
Lezen in je boek
Introductie van de les
Herhalen van de behandelde lesstof 
Nieuwe lesstof introduceren
Achterstallig werk inhalen
Weektaak maken

Slide 2 - Diapositive

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Lezen in je boek
Lezen in je boek
Introductie van de les
Herhalen van de behandelde lesstof 
Nieuwe lesstof introduceren
Achterstallig werk inhalen
Weektaak maken

Slide 4 - Diapositive

Kies het juiste antwoord.

Slide 5 - Diapositive


De jongen ... (worden) naar huis gebracht.
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 6 - Quiz

Stotterend ... (bekennen) Christiaan zijn fout.
A
bekent
B
bekend

Slide 7 - Quiz


Ik ... (besteden) gisteren geen aandacht aan school.
A
besteed
B
besteedt
C
besteedde
D
besteden

Slide 8 - Quiz


... (branden) je zus haar vingers aan de kachel?
A
brand
B
brandt
C
branden
D
brandde

Slide 9 - Quiz


De fanatieke schaatser ging de Elfstedentocht
... (lopen) voltooien.
A
lopent
B
lopend

Slide 10 - Quiz


De nieuwe leerling ... (vertellen) over zijn oude school.
A
verteld
B
vertelt

Slide 11 - Quiz


De goed ... (tennis) speler won het grandslamtoernooi.
A
getenniste
B
getennisde
C
tennisende
D
tennisente

Slide 12 - Quiz


Hij ... (beloven) mij nieuwe sokken.
A
beloof
B
belooft
C
beloofd
D
beloofde

Slide 13 - Quiz


Voor de voorstelling ... (verkleden) de acteurs zich op het toneel.
A
verkleed
B
verkleedt
C
verkleden
D
verkleedden

Slide 14 - Quiz


Door de goed ... (tennis) wedstrijd steeg hij op de wereldranglijst.
A
getenniste
B
getennisde
C
tennisende
D
tennisente

Slide 15 - Quiz


Jouw zus ... (vinden) ik beter dan mijn broer.
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vondt

Slide 16 - Quiz


Mijn buurman is ... (verhuizen) naar een andere wijk in Emmen.
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 17 - Quiz

Wat ging goed?

Slide 18 - Diapositive

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 19 - Sondage

Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd spellen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 20 - Sondage

Ik kan een voltooid deelwoord spellen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 21 - Sondage

Ik kan een onvoltooid deelwoord spellen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 22 - Sondage

Ik kan een deelwoord als bijvoeglijk naamwoord spellen.
Een beetje

Slide 23 - Sondage

Lezen in je boek
Lezen in je boek
Introductie van de les
Herhalen van de behandelde lesstof 
Nieuwe lesstof introduceren
Achterstallig werk inhalen
Weektaak maken

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Lezen in je boek
Lezen in je boek
Introductie van de les
Herhalen van de behandelde lesstof 
Nieuwe lesstof introduceren
Achterstallig werk inhalen
Weektaak maken

Slide 39 - Diapositive

timer
15:00
Achterstallig werk inhalen
Weektaak maken
Lezen in je boek

Slide 40 - Diapositive

Nog vijf minuten!

Slide 41 - Diapositive