Onderbouw - EHBO

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 12 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Heb je ervaring met EHBO?

Slide 2 - Question ouverte

Waar staat EHBO voor?
A
Eerst Hulp Bij Opvoeding
B
Eerst Hulp Bijna Ongelukken
C
Even Hulp Bij Opvoeding
D
Eerste Hulp Bij Ongelukken

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Wat doe je als je een enkelblessure hebt?
A
ICE, hoog leggen en ijs
B
Rondjes draaien en voorzichtig proberen te steunen
C
Schoen uit doen, ICE en hoog leggen
D
Schoen uit doen en proberen te bewegen

Slide 5 - Quiz

Waar staat ICE voor?
A
Immobilisatie, compressie, elevatie
B
ijs, compressie en elevatie
C
ijs, controleren, elevatie
D
Immobilisatie, controleren, elevatie

Slide 6 - Quiz

Hoe behandel je een verstuikte enkel?
A
Inzwachtelen
B
Gips
C
Goede schoenen, verder niks
D
Niks

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Wat te doen bij vergiftiging?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat doe je absoluut niet bij vergiftiging?
A
Op de rug leggen, geen water geven
B
112 bellen
C
Op de zij leggen, geen water geven
D
Op de rug leggen, water geven

Slide 11 - Quiz

Wat doe je als iemand stikt in zijn eten?
A
De heimlich greep en stoten tussen de schouderbladen
B
Op z'n kop zetten
C
Vinger in de keel
D
5 keer tussen de schouderbladen stoten en vervolgens 5 keer buikstoten

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Je ziet iemand flauwvallen. Wat doe je?
A
Je rent weg
B
Je legt die persoon op zijn/haar zij
C
Je checkt de ademhaling, bij ademhaling leg je de persoon op de zij
D
Je checkt de ademhaling, bij ademhaling: reanimeren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Hoe noem je het als je iemand op zijn/haar zij legt?
A
Stabiele zijligging
B
Stabiele grondligging
C
Zijwaartse ligging
D
Stabiele ligging

Slide 16 - Quiz

Hoe leg je de persoon in de stabiele zijligging?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat is SHOCK?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Wat gebeurt er en hoe herken je SHOCK?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wat zijn de eerste symptomen bij SHOCK?
A
Misselijkheid, rode huid, snelle polsslag en ademhaling
B
Misselijkheid, snelle ademhaling en polsslag, bleke vochtige huid
C
Bewustzijn, huid, ademhaling
D
Misselijkheid, polsslag, rode huid

Slide 23 - Quiz

Wat kun je doen als je iemand in shock aantreft
A
Laat het slachtoffer liggen of zitten met opgetrokken knieën
B
Laat het slachtoffer iets eten of drinken
C
Laat het slachtoffer niet eten of drinken
D
Laat de persoon even afkoelen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat doe je bij een slagaderlijke bloeding?
A
Verbinden met een grote pleister
B
Dichtdrukken
C
Dichtdrukken en 112 bellen
D
Pleister

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Wat is de juiste volgorde?
A
Ademhaling checken, bewustzijn checken
B
Kijken of het veilig is, bewust zijn checken, ademhaling checken
C
Bewustzijn checken, ademhaling checken
D
Kijken of het veilig is, ademhaling checken, bewustzijn checken

Slide 28 - Quiz

Wat doe je als iemand buiten bewust zijn is en niet ademt?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Vidéo

Is het geven van mond op mond beademing noodzakelijk?
A
Ja
B
Nee
C
Niet altijd maar wel bij een drenkeling of kind
D
Nooit

Slide 31 - Quiz

Wanneer geef je geen mond op mond beademing?
A
Als iemand een wondje bij zijn mond heeft
B
Als er bloed uit de mond komt
C
Als ik het niet prettig vind
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Slide 32 - Quiz

Reanimeer je iedereen hetzelfde?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Vidéo

Wanneer start je met beademen i.p.v. compressies?
A
Bij kinderen
B
Bij ouderen
C
Bij kinderen en drenkelingen
D
Bij iedereen

Slide 35 - Quiz

Wat gebeurt er als je alcohol in combinatie met cafeïne drinkt?

Slide 36 - Question ouverte

Wat vond je van de les?
Heb je nog tips?

Slide 37 - Question ouverte