Voca A en B h3 en het aanwijzend voornaamwoord
Wat is de vertaling van: le pull
A
De trui
B
Passen
C
En jij
D
Groot
1 / 16
Éléments de cette leçon
Wat is de vertaling van: le pull
A
De trui
B
Passen
C
En jij
D
Groot
Slide 1 - Quiz
Wat is de vertaling van: choisir
A
Dragen
B
De stad
C
De schoen
D
Kiezen
Slide 2 - Quiz
Wat is de vertaling van: la ceinture
A
Morgen
B
Het paar
C
De riem
D
De prijs
Slide 3 - Quiz
Wat is de vertaling van: porter
A
De winter
B
Wit
C
Bijna
D
Dragen
Slide 4 - Quiz
Wat is de vertaling van: c'était
A
wit
B
Het was
C
Ik ben
D
Jij
Slide 5 - Quiz
Wat is de vertaling van: moche
A
Lelijk
B
Zwart
C
De jurk
D
De taal
Slide 6 - Quiz
Wat is de vertaling van: La chaussure
A
voor
B
De prijs
C
ik ken
D
De schoen
Slide 7 - Quiz
Wat is de vertaling van: apprendre
A
Leren
B
duur
C
wij zijn geweest
D
En jij
Slide 8 - Quiz
Wat is de vertaling van: on a été
A
Ik ken
B
Wij zijn geweest
C
De keus
D
De jurk
Slide 9 - Quiz
Wat is de vertaling van: le choix
A
Lelijk
B
De taal
C
Verslaafd
D
De keus
Slide 10 - Quiz
Wat is de vertaling van: les baskets
A
Wit
B
Verassing
C
Het feest
D
De sportschoenen
Slide 11 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Welke is voor mannelijk enkelvoud?
Welke is voor mannelijk enkelvoud?
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces
Slide 12 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Welke is voor mannelijk meervoud?
Welke is voor mannelijk meervoud?
A
Cet
B
Ces
C
Ce
D
Cette
Slide 13 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Welke is voor vrouwelijk enkelvoud?
Welke is voor vrouwelijk enkelvoud?
A
Ces
B
Ce
C
Ce
D
Cette
Slide 14 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Welke is voor vrouwelijk meervoud?
Welke is voor vrouwelijk meervoud?
A
Ce
B
Cette
C
Ces
D
Cet
Slide 15 - Quiz
Het aanwijzend voornaamwoord
Welke is voor mannelijk met een stomme h en klinkers?
Welke is voor mannelijk met een stomme h en klinkers?
A
Ce
B
Cette
C
Cet
D
Ces
