Organismen, populaties, ecosystemen, veranderende ecosystemen, duurzaamheid en natuurbescherming, kringlopen,
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H7 Ecologie en Milieu
Organismen, populaties, ecosystemen, veranderende ecosystemen, duurzaamheid en natuurbescherming, kringlopen,
Slide 1 - Diapositive
7.1 Organismen
Je kunt de begrippen ecologie, levensgemeenschap, biotoop, ecosysteem en habitat uitleggen
Abiotische en biotische factoren
Tolerantie, optimum en beperkende factor
Slide 2 - Diapositive
Bodemvochtigheid en concurrentie. Zijn deze factoren abiotisch of biotisch?
A
Beide zijn abiotisch
B
Beide zijn biotisch
C
Bodemvochtigheid abiotisch, concurrentie biotisch
D
Bodemvochtigheid abiotisch, concurrentie biotisch
Slide 3 - Quiz
Tolerantiegebied- en tolerantiegrenzen
(= tolerantiebereik)
Slide 4 - Diapositive
7.2 Populaties
Populatie
Binnen een ecosysteem concurrentie en coöperatie onderscheiden
Uitheems vs inheems
Symbiose
Draagkracht
Slide 5 - Diapositive
Symbiose
Mutualisme: + / +
Commensalisme: + / 0
Parasitisme: - / +
Geen symbiose:
Competitie - / -
Predatie - / +
Slide 6 - Diapositive
Draagkracht
Slide 7 - Diapositive
7.3 Ecosystemen
Voedselrelaties, predatie, vraat
Producenten, reducenten en 1e, 2e, 3e orde
Biomassa piramides, trofische niveau's
Autotroof, productie, fotosynthese
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Voedselweb
In een voedselweb komen verschillende voedselketens voor.
Slide 10 - Diapositive
Piramide van biomassa
piramide van biomassa
Slide 11 - Diapositive
7.4 Veranderende ecosystemen
Van een pionier- naar een climax ecosysteem
Primaire en secundaire successie
Biodiversiteit
Slide 12 - Diapositive
Primaire en secundaire successie
Slide 13 - Diapositive
7.5 Duurzaamheid en natuurbescherming
Oorzaken en gevolgen van milieuproblemen
Duurzaamheid, en maatregelen voor natuurbescherming
Slide 14 - Diapositive
7.6 kringlopen
Koolstofkringloop (kort en lang)
Stikstofkringloop
Binas 93!!!!
Slide 15 - Diapositive
7.7 Voedselproductie
Persistent, accumulatie
Biologisch afbreekbaar
Biologische bestrijding
Eutrofiëring
Veredeling
Slide 16 - Diapositive
Accumulatie
Slide 17 - Diapositive
7.8 Energie
Versterkte broeikaseffect
Biobrandstoffen
Slide 18 - Diapositive
Natuurlijk/versterkt broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Diapositive
Doewoord, puntwoord, signaalwoord
Waardoor ontstaat er in de Biobag ammonium en geen nitriet of nitraat?
Slide 22 - Diapositive
Doewoord, puntwoord, signaalwoord
Waardoorontstaat er in de Biobag ammonium en geennitriet of nitraat?
Slide 23 - Diapositive
Waardoor ontstaat er in de Biobag ammonium en geen nitriet of nitraat?
Slide 24 - Question ouverte
Op grond van tellingen werd geconcludeerd dat de populatie pinguïns tussen 1975 en 1997 met driekwart was afgenomen. In 1975 werd het aantal pinguïns op een van de South Sandwich Eilanden geschat op 80.000. In 1997 werden op dat eiland 450 pinguïns gemerkt en daarna weer losgelaten. Bij een terugvangst bleken 9 pinguïns het merkteken te hebben. Hoeveel dieren werden in 1997 teruggevangen?
A
44
B
441
C
400
D
1200
Slide 25 - Quiz
Lage bloeddruk? Eet wat drop. Dit kan zowel zoute als zoete drop zijn, want in beide dropsoorten zit het stofje GZ (glycyrrhizinezuur) dat de bloeddruk verhoogt. Dit stofje geeft de typische dropsmaak. GZ komt uit de wortels van de zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra) en smaakt 30 tot 50 maal zoeter dan suiker. GZ smaakt veel zoeter dan suiker (sacharose) maar veroorzaakt geen tandbederf. Tandbederf wordt vooral veroorzaakt door melkzuur, een stof die door tandplaquebacteriën wordt uitgescheiden. Bij welk stofwisselingsproces ontstaat het melkzuur dat tandbederf veroorzaakt?
A
bij aerobe dissimilatie
B
bij anaerobe dissimilatie
C
bij koolstofassimilatie
D
bij voortgezette assimilatie
Slide 26 - Quiz
Tips voor T4
Ga oefenen met examenopdrachten
Vergeet niet je binas te gebruiken (ook tijdens het oefenen!!!)
Neem een Nederlands woordenboek, binas en een gewone rekenmachine mee