H3 meervoud (2)

H3 meervoud (2)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 meervoud (2)

Slide 1 - Diapositive

Bijzondere gevallen

Woorden die geen meervoudsvorm hebben: 

rijst, meel, tarwe


Woorden die 2 meervouden hebben:

groente - groentes, groenten

museum - museums, musea

datum - datums, data

Slide 2 - Diapositive

Boek
Ga naar het online lesmateriaal (H3 - taalverzorging 1) en maak daar de opdrachten of ga naar het boek en maak daar de opdrachten op bladzijde 117, 118 en 119




Slide 3 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
dominee
A
domineeën
B
dominees
C
domineeen

Slide 4 - Quiz

Noteer het meervoud van:
etage

Slide 5 - Question ouverte

Waarom schrijf je het meervoud van auto als auto's?
A
Je schrijft het zoals je het zegt
B
Met de -s eraan vast zou je het woord verkeerd uitspreken
C
Het is een afkorting

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van:
arrenslee
A
arrensleeen
B
arrensleeën
C
arrenslees

Slide 7 - Quiz

Noteer het meervoud van:
dj

Slide 8 - Question ouverte

Waarom schrijf je wc's en niet wcs?
A
Je schrijft het zoals je het zegt
B
Met de -s eraan vast zou je het woord verkeerd uitspreken
C
Het is een afkorting

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van 'gewei'?
A
geweien
B
geweiën
C
geweis

Slide 10 - Quiz

Noteer het meervoud van:
hoofdluis

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
ei
A
eis
B
eien
C
eiën
D
eieren

Slide 12 - Quiz

Noteer het meervoud van:
zeef

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
stad
A
steden
B
stadden
C
staden
D
stads

Slide 14 - Quiz

Noteer het meervoud van:
show

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
kam
A
kams
B
kammen
C
kameren

Slide 16 - Quiz

Noteer het meervoud van:
pony

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
lam
A
lams
B
lammen
C
lammeren
D
lameren

Slide 18 - Quiz

Noteer het meervoud van:
lama

Slide 19 - Question ouverte

Noteer het meervoud van:
taxi

Slide 20 - Question ouverte

Waarom schrijf je je folders en folder's
A
Je schrijft het zoals je het zegt
B
Met de -s eraan vast zou je het woord verkeerd uitspreken
C
Het is een afkorting

Slide 21 - Quiz

Noteer het meervoud van:
kat

Slide 22 - Question ouverte

Waarom schrijf je handjes en niet handje's?
A
Je schrijft het zoals je het zegt
B
Met de -s eraan vast zou je het woord verkeerd uitspreken
C
Het is een afkorting

Slide 23 - Quiz

Noteer het meervoud van:
cao

Slide 24 - Question ouverte

Waarom schrijf je pc's en niet pcees?
A
Je schrijft het zoals je het zegt
B
Met de -s eraan vast zou je het woord verkeerd uitspreken
C
Het is een afkorting

Slide 25 - Quiz

Noteer het meervoud van:
wafel

Slide 26 - Question ouverte

Noteer het meervoud van:
machine

Slide 27 - Question ouverte

Noteer het meervoud van:
abonnee

Slide 28 - Question ouverte