15. Kenmerken van tropische stormen

Kenmerken van tropische stormen 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kenmerken van tropische stormen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
• Je kunt kenmerken van tropische stormen, orkanen en tornado’s benoemen.
• Je kunt verklaren waarom er in het zuidoosten van de VS vaak tropische stormen en
orkanen voorkomen

Slide 2 - Diapositive

EXAMENVRAAG

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ontstaan van orkanen
Snelheid hoger dan 118 km per uur. 
Boven de oceaan. 
Lage druk gebieden boven de Sahara --> en de passaatwind blaast deze naar de Atlantische oceaan. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welke gebieden lopen een risico 
De gebieden aan het water. En helemaal als het water een fijne aangenamen temperatuur heeft gekregen. 
Aan het einde van de zomer is het water in het zuiden van Amerika goed opgewarmd en kan de orkaan nog in sterkte toenemen. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Als het zeewater warmer is dan 26 gr, verdampt het snel.
Er ontstaat een depressie in de tropische lagedrukgordel.
De warme lucht met waterdamp stijgt op. l 
De passaatwinden bewegen de depressie richting de A. O en het C.G
De wolkenmassa draait rond het middelpunt en veroorzaakt een grote windsnelheid. 

Slide 11 - Question de remorquage

Tornado's 
Zijn wervelwinden of twisters  

Slide 12 - Diapositive

Welke gebieden kopen een risico? 
Daar waar warme lucht tegen koude lucht botst. 
Altijd boven land. 
Snelheden kunnen oplopen tot 420 km per uur. 
Slurf werkt als een soort stofzuiger, alles wordt opgepakt. 
Vaak binnen een kwartier weer weg. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waar zijn de tornado's 
Het centrale deel van de VS. 
Denk aan de ligging van de gebergten. 
Lente en zomer. 

Slide 15 - Diapositive

Omstandigheden die nodig zijn. 

Slide 16 - Diapositive

Welke verandering is hier waar te nemen? 
En waarom is dit een groot probleem? 

Slide 17 - Diapositive

I Tornado’s komen vaker voor dan hurricanes in de VS.
II Tornado’s komen wel voor in het gebied waar hurricanes voorkomen in de VS, maar hurricanes niet altijd in het gebied waar tornado’s voorkomen.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak 1 is juist
D
Alleen uitspraak 2 is juist.

Slide 18 - Quiz

Bij ....................... in de Amerikaanse staten Mississippi en Indiana kwamen vier mensen om het leven. Tientallen huizen werden verwoest en duizenden mensen zaten zonder stroom. Windsnelheden van meer dan 380 kilometer per uur kantelden vrachtwagens om en talloze bomen waaiden omver.
A
tornado's
B
orkanen

Slide 19 - Quiz

Geef drie argumenten waarom het tornado's zijn.

Slide 20 - Question ouverte

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 21 - Diapositive

Orkanen ontstaan altijd op:
A
Land
B
Zee
C
Kan allebei
D
In de lucht

Slide 22 - Quiz

Je hebt orkanen in verschillende sterktes. Hoeveel categorieën orkanen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 23 - Quiz

Hoe heet een orkaan op plek A?
A
tyfoon
B
hurricane
C
cycloon

Slide 24 - Quiz

Wat is het verschil tussen een orkaan en een tornado?
A
Is geen verschil, is hetzelfde
B
Orkanen ontstaan op land, tornado's op zee
C
Orkanen ontstaan op zee, tornado's op Land
D
Orkanen zijn veel kleiner dan tornado's

Slide 25 - Quiz

Er zijn steeds vaker
orkanen doordat....
A
de zeespiegel stijgt
B
de temperatuur van het zeewater daalt.
C
de temperatuur van het zeewater stijgt.
D
de zeespiegel daalt.

Slide 26 - Quiz

Hoe warm moet het water zijn voor een orkaan?
A
21 graden
B
23 graden
C
26 graden
D
29 graden

Slide 27 - Quiz

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1.  Een orkaan kan zorgen voor een stormvloed.
2.  Een orkaan kan indirect zorgen voor aardverschuivingen.
3. Het woord orkaan wordt over de hele wereld gebruikt.
4. De windkracht van een orkaan neemt toe als deze boven land komt.
Beoordeel de stellingen. 
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist
Juist

Onjuist

1
2
3
4

Slide 28 - Question de remorquage

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1

2

3

4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.

Slide 29 - Question de remorquage

Hoe ontstaat een tornado? Sleep de onderstaande omschrijvingen in de juiste volgorde. 
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Er zijn grote verschillen in temperatuur van de lucht.
De warme lucht stijgt heel snel op.
Droge, koude lucht botst tegen warme vochtige lucht.
Bovenin is het koud, onderin is het warm.
Er wordt lucht aangezogen.
De lucht gaat draaien.

Slide 30 - Question de remorquage

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 31 - Diapositive