LatijnseWoordenStijlBEBO

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Nederlands

Terugblik vorige les

Latijnse voor- en achtervoegsels

Signaalwoorden

Lesinhoud & lesdoelen

Na controle oefen je de betekenis van Latijnse voor- en achtervoegsels.

Je maakt gebruik van minstens 5 signaalwoorden in een schriftelijke opdracht.

Je leert de regels rondom 5 stijlkwesties en past deze toe.

Antwoorden

Latijnse voor- en achtervoegsels nakijken.

De op CumLaude ingeleverde lijsten van 20 woorden zijn ook nagekeken: zie CumLaude (correctiedocument).

Wat houdt een voor- of achtervoegsel in?

Biologie (bi=twee)

Locomotief (loco=vervanger)

Postbode (post=na)

Toets

Toetsdatum: 19 november 2020

Oefenen mbv quizlet: https://quizlet.com/_8zqqt6?x=1qqt&i=27m2kv en door te oefenen met de lijst.

De interland Spanje-Nederland is op 20 november betekent ...

Mono- betekent...

Signaalwoorden: opdracht

Schrijf 5 zinnen met minimaal 1 signaalwoord per zin. 

Gebruik minstens 5 verschillende signaalwoorden.

Lever de 5 zinnen in op CumLaude (Inleveropdracht 2).

Gebruik het overzicht van signaalwoorden dat ik in de mail van 28 oktober heb meegestuurd.

Aan de slag!

1) 5 zinnen formuleren met in elke zin minstens 1 signaalwoord. Gebruik minstens 5 verschillende signaalwoorden. Lever de 5 zinnen in op CumLaude (Inleveropdracht 2).

2) Maak alle verplichte Stijlkwesties op StarttaalOnline 2F.

Tot 09:45 uur de tijd.

Wat heb je geleerd?