Een tijd, een kwestie van indelen en meten

Een tijd, een kwestie van indelen en meten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
PAVGeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Een tijd, een kwestie van indelen en meten

Slide 1 - Diapositive

Vroeger

Onderscheid tussen dag en nacht + leven op ritme van de seizoenen
Nu

Kijken op horloge

Slide 2 - Diapositive

Wat valt onder
het begrip tijd?

Slide 3 - Carte mentale

Historische tijd?

Slide 4 - Carte mentale

Tijd

Voor onze tijd
=
v.o.t.
of
v.C
Tijd

Na onze tijd
=
n.o.t.
of 
n.C

Slide 5 - Diapositive

Christelijke tijdrekening

- Begint met geboortejaar van Christus in het jaar 1.
- 1 jaar duurt 365 dagen.
(Gebaseerd op het zonnejaar)
 
- Wordt gebruikt voor officiële en internationale contacten.

Islamitische tijdrekening

- Start in 622 = belangrijk jaar voor de profeet Mohammed. (migratie van de profeet van Mekka naar Medina)
- 1 jaar duurt 354 dagen.
(Gebaseerd op het maanstelsel)

Slide 6 - Diapositive

Tijdsindeling volgens gebruikte materiaal





Steen                          metaal                             kunststoffen
4000 v.o.t.
1900

Slide 7 - Diapositive

Tijdsindeling op basis van samenleving en economie

Jagers - voedselverzamelaars: 8000 v.o.t. - heden ( verzwakt)
Landbouwsamenleving : 8000 v.o.t. - heden
Industrie: 1750 - heden
ICT: 1960 - heden

Atypische tijdlijn = vandaag bestaan alles samenlevingsvormen nog steeds.

Slide 8 - Diapositive

Tijdslijn
Prehistorie
2,5 miljoen jaar geleden - 3500 v.o.t.
= eerste mens
Het oude nabije oosten
3500 v.o.t. - 800 v.o.t.
= eerste schrift
Klassieke oudheid
800 v.o.t. - 476
= ontstaan democratie
Middeleeuwen
476 - 1450
= Val West-Romeinse Rijk
Vroegmoderne tijd
1450 - 1750
= Val Oost-Romeinse Rijk
Moderne tijd
1750 - 1945
= Franse revolutie
Hedendaagse tijd
1945 - heden
= einde WOII

Slide 9 - Diapositive

Oefenen op jaartallen een eeuwen

Slide 10 - Diapositive

Wanneer begint en eindigt de eerste eeuw?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een eeuw?

Slide 12 - Question ouverte

Jaartallen en eeuwen
Een nieuwe eeuw begint bij een jaartal dat eindigt op 01 en eindigt bij een jaartal dat eindigt op 00
Twintigste eeuw: 1901 - 2000

Jaartallen plaatsen in juiste eeuw
1789 = 18de eeuw
Maak oefeningen in extra bundeltje.

Slide 13 - Diapositive

1 decennium

1 eeuw
1 millennium 
4 eeuwen
6 decennia
8 millennia
10 jaar
100 jaar
1000 jaar
400 jaar
60 jaar
8000 jaar

Slide 14 - Question de remorquage

Ken jij volgende woorden?
Kun je deze uitleggen?

Slide 15 - Diapositive

Eeuw
Datum
Datering
Week
Maand
Dag
Nacht

Uur
Tijd
Decennium
Millennium
chronologie
Jaar
Dag

Slide 16 - Diapositive