Vlaanderen door de eeuwen heen

Vlaanderen door de eeuwen heen
Ruimtelijke situering
Geschiedenis van Vlaanderen
Werken met tijd en tijdsbalk
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
PAVSecundair onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vlaanderen door de eeuwen heen
Ruimtelijke situering
Geschiedenis van Vlaanderen
Werken met tijd en tijdsbalk

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Het gebied 'Vlaanderen' zag er, doorheen de tijd, altijd hetzelfde uit
A
Juist
B
Fout

Slide 4 - Quiz

Het Graafschap Vlaanderen

Slide 5 - Diapositive

Welke huidige provincie(s) hoorde(n) vanaf het begin bij Vlaanderen?
A
Antwerpen en Limburg
B
Oost-Vlaanderen en Antwerpen
C
West- en Oost-Vlaanderen
D
Enkel West-Vlaanderen

Slide 6 - Quiz

 Vlaanderen
Het graafschap Vlaanderen bestond van 862 tot 1795.

Tijdens de middeleeuwen was het graafschap deel van het Franse koninkrijk. De graaf moest dus luisteren naar de Franse koning.

Het graafschap Vlaanderen was tweetalig: in de streek rond Rijsel sprak men Frans, het noorden en de kuststreek sprak Nederlands.

In 1549 werd Vlaanderen onderdeel van de Nederlanden.

Slide 7 - Diapositive

Boudewijn I
Eerste graaf van Vlaanderen
(862-879)

"Schaakte" de dochter van de Franse koning, Judith
Bekende graven van Vlaanderen
Filips van de Elzas
(1168- 1191)

Bekend van dit gebouw in Gent:

Slide 8 - Diapositive

Boudewijn I alias Boudewijn met de IJzeren Arm
Boudewijn schaakte Judith uit het klooster in Senlis (bij Parijs) en vluchtte met haar naar Vlaanderen. Even buiten Brugge werden ze aangevallen door een witte beer. Boudewijn raakte in gevecht met de beer en kon hem uiteindelijk met zijn lans doorboren. In Brugge deed het verhaal al gauw de ronde.
Boudewijn krijgt de bijnaam 'met de IJzeren Arm' of 'de IJzeren'
omdat hij zo goed kon vechten.
Sindsdien staat er een beer op het wapen van Brugge.

Slide 9 - Diapositive

Wanneer ontstond het graafschap Vlaanderen?
A
1035
B
862
C
1900
D
452

Slide 10 - Quiz

Hoe ziet de vlag van Vlaanderen eruit?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Hoe heet de Vlaamse gravin (en Franse prinses) waarvan er nu een tentoonstelling te zien is in Gent?
A
Anna
B
Mathilde
C
Judith
D
Elisabeth

Slide 12 - Quiz

Waarom had graaf Boudewijn I de bijnaam 'met de ijzeren arm'
A
Hij vocht met een beer en doodde hem
B
Hij vocht met een beer en verloor zijn arm
C
Hij had een zwaard dat hij 'zijn ijzeren arm' noemde

Slide 13 - Quiz

Tijdrekening
Het graafschap Vlaanderen ontstond in 862.
Filips van de Elzas regeerde van 1168 - 1192.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

????? - 3500 v. C.
3500 v. C. - 500 v. C.
500 v. C. - 500 n. C.
500 - 1500
1500 - 1800
1800 - 1945
1945 - ?????
middeleeuwen
oude Nabije Oosten
prehistorie
klassieke oudheid
hedendaagse tijd
moderne tijd
vroegmoderne tijd

Slide 16 - Question de remorquage

Tijdlijn
Waarom gebruiken we een tijdlijn?
  • chronologie = het ordenen van gebeurtenissen in de tijd
  • opdelen van geschiedenis in periodes met zelfde kenmerken

Jaar 1 = referentiepunt (geboorte van Christus) -> enkel Westerse jaartelling
  • Gebeurtenissen voor Christus (v. Chr. of v. C.)
  • Gebeurtenissen na Christus 

Slide 17 - Diapositive

Tijd kan je ook anders bekijken

Slide 18 - Diapositive

Andere jaartellingen

Slide 19 - Diapositive

De Westerse, christelijke jaartelling begint bij de geboorte van Christus, in het jaar 1
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat betekent chronologie?
A
kijken hoe laat het is
B
het ordenen van gebeurtenissen in de tijd
C
kijken hoe lang iets duurt

Slide 21 - Quiz

Wanneer begint de islamitische tijdrekening?
A
met de geboorte van de Profeet Mohammed in 570
B
bij de migratie van Mekka naar Medina (Hijra) in 622

Slide 22 - Quiz

Rekenen met tijd

Slide 23 - Diapositive

Een kalenderjaar telt gewoonlijk .................. dagen.
Je kunt het jaar indelen in .............................. maanden.
Elke maand heeft meestal ................. of ...................... dagen.
Er zijn ......................... weken in een jaar.
Een trimester telt .................... maanden.
Een eeuw telt ..................... jaar.
Een millenium telt .......................... jaar.
Een decennium telt .......................... jaar.
3
100
12
30
365
52
31
1000
10

Slide 24 - Question de remorquage

Mijn grootmoeder is geboren in het jaar 1924. In welk jaar werd ze 70 jaar?

Slide 25 - Question ouverte

Stel: jij bent geboren in het jaar 2008. In welk jaar word jij 65?
A
2071
B
2083
C
2073

Slide 26 - Quiz

De juiste eeuw berekenen
Voorbeeld:   1827  
Stap 1:  1827
Stap 2:  18 + 1
19e eeuw

Slide 27 - Diapositive

De juiste eeuw berekenen
Voorbeeld:   1800
Stap 1:  1827
Stap 2:  18
18e eeuw

Slide 28 - Diapositive

1634
1201
2000
811
1000
13e eeuw
20e eeuw
9e eeuw
10e eeuw
17e eeuw
8e eeuw
21e eeuw

Slide 29 - Question de remorquage

Millennium - eeuw - decennium
1 millennium = 1000 jaar
5 millennia = ? jaar
1 eeuw = 100 jaar
3 eeuwen = ? jaar
1 decennium = 10 jaar
8 decennia = ? jaar

Slide 30 - Diapositive

2 millenia + 2 decennia + 5 jaar =
zes eeuwen + twee decennia + 2 jaar =
een millennium+ acht eeuwen + vier decennia + acht jaar
zeven eeuwen - vier decennia - vier jaar =
2025
2225
602
622
1848
666
656

Slide 31 - Question de remorquage