oefentoets verbranding en ademhaling skd

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Oefentoets thema 1

Verbranding en ademhaling 

1) Door te sporten of te zingen krijg je sterkere longen

1. Juist
2. Onjuist

2) Is voor verbranding koolstofdioxide nodig?

1. Ja
2. Nee

3) Is verbranding mogelijk zonder zuurstof?

1. Ja
2. Nee

4) Bij gewone ademhaling vindt alleen borstademhaling plaats

1. Juist
2. Onjuist

5) In je lichaam vindt verbranding alleen bij lichamelijke inspanning plaats

1. Juist
2. Onjuist

6) De luchtpijp vertakt zich in twee bronchiën

1. Juist
2. Onjuist

7) Koolstofdioxide kun je aantonen met helder kraanwater.

1. Juist
2. Onjuist

8) Verbranding vindt alleen in je spieren plaats.

1. Juist
2. Onjuist

9) In de winter gebruikt het lichaam van een mens meer brandstof dan in de zomer.

1. Juist
2. Onjuist

10)Gaat koolstofdioxide van het bloed naar de lucht in de longblaasjes?

1. Ja
2. Nee

11) Is de slokdarm een deel van het ademhalingsstelsel?

1. Ja
2. Nee

12) Zuurstof speelt een rol bij de verbranding van kaarsvet.
Welke rol?

1. Bij de verbranding van een kaars ontstaat zuurstof
2. Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in zuurstof.
3. Bij de verbranding van een kaars wordt zuurstof omgezet in energie.
4. Bij de verbranding van een kaars wordt zuurstof verbruikt.

13) Wanneer kan er veel koolstofdioxide in een vol klaslokaal komen?

1. Als er te weinig geventileerd wordt.
2. Als er veel fijnstof in de lucht zit.
3. Als het buiten warm is.
4. Geen van allen.

14) Welke stof is een indicator voor koolstofdioxide?

1. Gekookt water.
2. Helder kalkwater.
3. Zuurstof.

15) Een meisje ademt uit tegen een ruit, hierbij beslaat de ruit.
Waardoor beslaat de ruit?

1. Doordat uitgeademde lucht viezer is.
2. Door koolstofdioxide in de uitgeademde lucht.
3. Door waterdamp in de uitgeademde lucht.

16) René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?

1. Zijn hartslag en ademhaling zijn beide sneller dan in rust
2. Zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust.
3. Zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust
4. Zijn hartslag en ademhaling zijn beide langzamer dan in rust

17) Wat is passief roken?

1. Zelf roken, je krijgt direct schadelijke stoffen binnen.
2. Meeroken, je ademt rook met schadelijke stoffen in.
3. Roken om stoer te zijn.
4. Roken onder dwang

18)Welke weg wordt door pijl 3 weergegeven?

1. De weg die lucht aflegt bij het inademen.
2. De weg die het voedsel aflegt bij het slikken.
3. De weg die het voedsel aflegt bij het verslikken.

19) Bevat uitgeademde lucht meer of minder zuurstof dan ingeademde lucht?

1. Meer
2. Minder

20)Bevat uitgeademde lucht meer of minder koolstofdioxide dan ingeademde lucht?

1. Meer
2. Minder

21) Bevat uitgeademde lucht meer
of minder waterdamp dan ingeademde lucht?

1. Meer
2. Minder

In de afbeelding is het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.

Enkele delen zijn met nummers aangegeven. Over deze afbeelding gaan de volgende 3 vragen.

22) Hoe heet deel 3?

23) Hoe heet deel 7?

24) Door welk deel gaat zuurstof bij neusademhaling?

1. Alleen door deel 1.
2. Alleen door deel 2.
3. Zowel door deel 1 als door deel 2.

25) Bij buikademhaling bewegen:

1. Het middenrif en borstbeen
2. Het borstbeen en ribben
3. Het middenrif en ribben
4. Het middenrif

26) Bij borstademhaling bewegen :

1. Het middenrif en borstbeen
2. Het borstbeen en ribben
3. Het middenrif en ribben
4. Het middenrif

Einde

Controleer of je alle vragen hebt ingevuld.

vergeet de toets niet in te leveren!