Lezen H1 t/m 6 M3
1 / 19
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Heb je de theorie van begrijpend lezen al goed in je hoofd?
Hartstikke goed
Mwoah
Nee, help!
Ik heb geleerd, maar ik snap iets niet
Slide 2 - Sondage
Wat heb je nog nodig om de theorie van begrijpend lezen goed te beheersen?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
De hoofdgedachte van een tekst.....
A
is hetzelfde als het onderwerp
B
is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd
C
is altijd één woord
D
vind je vaak in het middenstuk van een tekst
Slide 5 - Quiz
Wat is een kernzin en waar vind je die?
A
Belangrijkste zin van een tekst. In het begin of eind.
B
Belangrijkste zin van een alinea. Eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
C
De titel, bovenaan de tekst.
D
Een zin in het midden van een alinea met veel voorbeelden.
Slide 6 - Quiz
Informerende tekst
Overtuigende tekst
Activerende tekst
Instruerende tekst
krant
nieuws
reclametekst
betoog
school-boek
recept
hand-
leiding
Slide 7 - Question de remorquage
Tekstsoort bij 'Waarschuwen'
Folder, reclametekst, advertentie
Handleiding, recept
Slide 8 - Sondage
Tekstsoort bij 'Adviseren'
Nieuwsbericht, artikel
Folder (bijv. van de apotheek)
Slide 9 - Sondage
Tekstsoort bij 'Amuseren'
Verhaal. strip, mop, cabarettekst
reclametekst, advertentie
Slide 10 - Sondage
Tegenstelling
opsomming
chronologie
tijdsvolgorde
maar
ook
toch
tot slot
ondanks
eerst
bovendien
en
vervolgens
Slide 11 - Question de remorquage
oorzaak-gevolg
voorwaarde
voorbeeld/
toelichting
bijvoorbeeld
doordat
als..
dan
indien
zoals..
daardoor
Slide 12 - Question de remorquage
Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Een ander woord voor mening is:
Slide 13 - Question ouverte
Als je een mening geeft, dan onderbouw je die met argumenten. Een signaalwoord dat je vaak vindt vóór het argument is...
A
want
B
dus
C
ik vind
D
concluderend
Slide 14 - Quiz
Geef twee signaalwoorden die aangeven dat je met een conclusie te maken hebt.
Noteer ze onder elkaar, in kleine letters.
Noteer ze onder elkaar, in kleine letters.
Slide 15 - Question ouverte
Wat valt niet onder de lay-out (opmaak) van een tekst?
A
De titel
B
De kernzinnen
C
Grafieken
D
Lettergrootte
Slide 16 - Quiz
Hoe vond je dat deze Lesson Up ging?
goed
slecht want
moeilijk
beetje lastig nog
geen idee
Slide 17 - Sondage
Je hebt 12 oefentoetsvragen beantwoord, daarvoor kon je 20 punten scoren. Om een voldoende te scoren moet je 13 punten behalen. Hoeveel punten denk je dat je hebt ?
1-5
5-10
10-15
15-20
Slide 18 - Sondage
Welke vraag heb je nog over de stof van de se-week?
