bloedsuikers prikken

Insuline en Bloedsuikers prikken.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Insuline en Bloedsuikers prikken.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Theorie bloedsuiker en insuline
Praktijk oefenen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van insuline injecteren en bloedsuiker prikken?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn normaal waarden van een bloedsuiker?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bloedsuikerwaarde
De hoeveelheid glucose in je bloed op dat moment.
Koolhydraten voorzien de cellen van energie, zij komen als glucose in ons bloed.
Normaliter zorgt ons lichaam voor evenwicht van de glucosespiegel.
Bij diabeten produceert de alvleesklier geen of te weinig insuline en/of het lichaam is minder gevoelig voor insuline. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuchter bloedprikken doe je alleen in de ochtend?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De waarde van bloedglucose wanneer de cliënt acht uur niet gegeten en gedronken ( behalve water) heeft, heet de nuchtere waarde!

  • Dagcurve  1 tot 8 metingen per 24 uur.
  • Voor de hoofdmaaltijden.
  • Na de hoofdmaaltijden.
  • Op gezette tijden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benodigheden voor het bloedsuiker prikken?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Benodigdheden bloedsuikers prikken: 
  • zeep en schone handdoek cliënt
  • prikpen + lancet (naaldje)of de lancet van Accu Check
  • glucosemeter + teststrip  (gebruiksinstructie)
  • handschoenen
  • 2 gaasjes en evt. pleister
  • naaldenbeker
  • afvalbak

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan op de volgende plaatsen bloedsuikersprikken.
A
wijsvinger, middelvinger en ringvinger
B
wijsvinger, middelvinger,ringvinger en pink
C
middelvinger, ringvinger en pink
D
duim, wijsvinger, middelvinger

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypo= te laag bloedsuiker spiegel (lager dan 4)
Hyper= te hoog bloedsuiker spiegel (hoger dan 10)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de verschijnselen bij een hypo of hyper?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe handel je bij een hyper?

Slide 15 - Carte mentale

Insuline bijspuiten
Water drinken
Bij <15 waarde bewegen > 15 dan juist niet

Hoe handel je bij een hypo?

Slide 16 - Carte mentale

Toedienen van snel werkende KH

druivensuiker
frisdrank (geen light)
limonadesiroop (geen light)
candybars
energyrepen


Glucosesensor:
Voordelen:
  • Je hoeft niet meer in je vingers te prikken
  • Je hoeft de sensor maar 1 keer in de 14 dagen te plaatsen
  • Je bent alleen je telefoon nodig om je bloedsuiker te meten
  • Over een langere termijn heb je minder hypo’s en hypers
  • Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit




Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit
Nadelen:
Soms is de meting niet even betrouwbaar als je het niet vertrouwd moet je altijd even een vingerprik doen.
De sensor heeft nog geen alarm die afgaat als je te hoge of te lage waardes hebt
De sensor is helaas ook nog niet te koppelen aan een pomp


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten Insuline
Super kortwerkend (voor de maaltijd, werkt 4-5uur, buik)
Kort werkend (15-30 min voor de maaltijd, werkt 6-8 uur ,buik)
Middellang werkend ( been, max effect na 6-8 uur en werkt door)
Langwerkend (geleidelijk opgenomen 24 uur, been of bil)
Mix-insulines (vaak 2x per dag, 1x been 1x buik, zwenken)


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je meer dan 50 mmol insuline moet spuiten?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
* verder met de medicatie opdracht
Klaar; verder met je leereenheid

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions