Bloedsuiker meten en insuline prikken

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benodigdheden bloedsuikers prikken: 
  • zeep en schone handdoek cliënt
  • prikpen + lancet (naaldje)of de lancet van Accu Check
  • glucosemeter + teststrip  (gebruiksinstructie)
  • handschoenen
  • 2 gaasjes en evt. pleister
  • naaldenbeker
  • afvalbak

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan op de volgende plaatsen bloedsuiker prikken.
A
wijs-, middel- en ringvinger
B
wijs-, middel-, ringvinger en pink
C
middelvinger, ringvinger en pink
D
duim, wijsvinger, middelvinger

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe handel je bij een hyper?

Slide 5 - Carte mentale

Insuline bijspuiten
Water drinken
Bij <15 waarde bewegen > 15 dan juist niet

Hoe handel je bij een hypo?

Slide 6 - Carte mentale

Toedienen van snel werkende KH

druivensuiker
frisdrank (geen light)
limonadesiroop (geen light)
candybars
energyrepen


Glucosesensor:
Voordelen:
  • Je hoeft niet meer in je vingers te prikken
  • Je hoeft de sensor maar 1 keer in de 14 dagen te plaatsen
  • Je bent alleen je telefoon nodig om je bloedsuiker te meten
  • Over een langere termijn heb je minder hypo’s en hypers
  • Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit




Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit
Nadelen:
Soms is de meting niet even betrouwbaar als je het niet vertrouwd moet je altijd even een vingerprik doen.
De sensor heeft nog geen alarm die afgaat als je te hoge of te lage waardes hebt
De sensor is helaas ook nog niet te koppelen aan een pomp


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zorgvrager heeft een bloedsuiker van 1,7 mmol. Wat ga je doen?
A
eerst inuline spuiten en daarna zo snel mogelijk eten
B
geen insuline spuiten
C
insuline spuiten volgens voorschrift, daarna extra meten
D
eerst iets laten eten, meten en bij juiste waarde insuline spuiten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten Insuline
Super kortwerkend (voor de maaltijd, werkt 4-5uur, buik)
Kort werkend (15-30 min voor de maaltijd, werkt 6-8 uur ,buik)
Middellang werkend ( been, max effect na 6-8 uur en werkt door)
Langwerkend (geleidelijk opgenomen 24 uur, been of bil)
Mix-insulines (vaak 2x per dag, 1x been 1x buik, zwenken)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lipohypertrofie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel insuline spuiten we weg voor het gebruik van een insulinepen?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions