Leespad beste vrienden voor altijd wb p; 27-33

Leespad beste vrienden voor altijd wb p. 27-33

Wat weet je nog?

Lees de tekst p. 27-28

Waarom zit Moor in een doos?

Wat voor huisdier heeft de jongeman?

1. hond
2. kat
3. papegaai
4. slang

Waar gaan mama en Fati naartoe met Moor?

1. naar de winkel
2. naar de dierenarts

Wat vraagt Fati aan felix?

1. om voor Moor te zorgen.
2. Om in haar vriendenboek te schrijven.
3. om naar de boomhut te komen.
4. om samen frieten te eten.

Wat vindt Felix van een vriendenboek?

De man brengt Moor terug in een doos. Ze is helemaal gezond en heeft geen pijn. Fati en Felix zijn allebei heel blij.

1. juist
2. fout

De man brengt Moor terug in een doos. Ze heeft een schram op haar poot. Fati en haar mama gaan naar de dierendokter. Fati vraagt aan Falix om in haar vriendenboek te schrijvan.

1. juist
2. fout

De man brengt Moor terug in een doos. Hij is heel boos want Moor zat in zijn tuin. Felis is ook boos. Moor had niet mogen weglopen.

1. juist
2. fout

Lees het vriendenboekje p. 30 en vul de vragen p. 31-32 correct in. 

Maak je eigen vriendenboek 

p. 32