H3G 04-02-2021 ww oefenen + CH3A

H3G ~ français ~ 04-02-2021

Le saviez-vous?

Monaco is een land binnen Frankrijk. Het wordt een vorstendom en dwergstaat genoemd. Het is 2,03 km2 groot en daarmee het één na kleinste land ter wereld.
Met 40.000 inwoners is het wel het dichtstbevolkte land ter wereld. Waar kennen jullie Monaco van?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3G ~ français ~ 04-02-2021

Le saviez-vous?

Monaco is een land binnen Frankrijk. Het wordt een vorstendom en dwergstaat genoemd. Het is 2,03 km2 groot en daarmee het één na kleinste land ter wereld.
Met 40.000 inwoners is het wel het dichtstbevolkte land ter wereld. Waar kennen jullie Monaco van?

Slide 1 - Diapositive

Doelen vorige lessen

  • ... weet je wanneer je de futur simple en futur proche gebruikt.


  • ... weet je hoe je een futur simple en futur proche maakt.


  • ... kun je een futur simple en futur proche invullen in een zin.

Slide 2 - Diapositive

Rad van fortuin

Slide 3 - Diapositive

Doelen vorige lessen

  • ... weet je wanneer je de futur simple en futur proche gebruikt.


  • ... weet je hoe je een futur simple en futur proche maakt.
       
  • ... kun je een futur simple en futur proche invullen in een zin.

Slide 4 - Diapositive

Rad van fortuin

Slide 5 - Diapositive

Doelen vorige lessen

  • ... weet je wanneer je de futur simple en futur proche gebruikt.


  • ... weet je hoe je een futur simple en futur proche maakt.


  • ... kun je een futur simple en futur proche invullen in een zin.

Slide 6 - Diapositive

Rad van fortuin

Slide 7 - Diapositive

Aan het einde van deze les...

  • ... kun je een gesprek over schoolvakken begrijpen.

  • ... ken je woorden die daarmee te maken hebben.

Slide 8 - Diapositive

Devoirs pour le 05-02-2021


Leren voor de werkwoordentoets

Regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re in de présent, passé composé en imparfait

Avoir, être, aller in de présent, passé composé en imparfait

Slide 9 - Diapositive

Devoirs pour le 11-02-2021


  • Faire: exercices 4 t/m 7 (p. 92-94 / Chapitre 3 A)


  • Apprendre: voca A (p. 125)

  • Herhalen: voca B (p. 125) + futur simple et futur proche


Slide 10 - Diapositive

Le programme
  • Oefenen werkwoordentoets

  • Zelfstandig werken 

Slide 11 - Diapositive

être, ils (présent)

Slide 12 - Question ouverte

finir, nous (passé composé)

Slide 13 - Question ouverte

parler, je (imparfait)

Slide 14 - Question ouverte

aller, vous (présent)

Slide 15 - Question ouverte

attendre, il (passé composé)

Slide 16 - Question ouverte

avoir, tu (imparfait)

Slide 17 - Question ouverte

Le programme
  • Oefenen werkwoordentoets

  • Zelfstandig werken tot 12.40 uur
    1. 
    Leren voor werkwoordentoets van morgen
    2. Faire: exercices 4 t/m 7 (p. 92-94 / Chapitre 3 A)
    3. Apprendre: voca A (p. 125)

Slide 18 - Diapositive

Aan het einde van deze les...

  • ... kun je een gesprek over schoolvakken begrijpen.


  • ... ken je woorden die daarmee te maken hebben.

Slide 19 - Diapositive