4. Invloed van zee

4. Invloed van zee
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: tussen welke twee hoogtegordels ligt de boomgrens op een berg?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4. Invloed van zee
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: tussen welke twee hoogtegordels ligt de boomgrens op een berg?

Slide 1 - Diapositive

3

Slide 2 - Vidéo

Vandaag leren we:
Hoe de ligging aan zee invloed heeft op de temperatuur in een gebied.

Wat zeestromen met temperatuur te maken hebben

Hoe de ligging van gebergten invloed heeft op temperatuur

Slide 3 - Diapositive

Groen:
Open zelf de LessonUp, neem door en maak de opdrachten in je schrift.

Blauw/paars:
Blijf in de les en doe mee met de uitleg.

Slide 4 - Diapositive

02:05
Waarom is het water dat langs Nederland stroomt warm?

Slide 5 - Question ouverte

02:36
Waarom is het in de zomer boven zee kouder dan boven land?

Slide 6 - Question ouverte

03:01
Als het in Nederland 's zomers 25 graden is, dan is het in Berlijn waarschijnlijk...
A
Kouder
B
Warmer

Slide 7 - Quiz

Belangrijk om te onthouden:
land verandert sneller van temperatuur dan zee

Slide 8 - Diapositive

Boven zee: nooit heel hoge of heel lage temperatuur, maar altijd gematigd.

De zee heeft daarom een matigend effect op het land: het zorgt dat de temperatuur minder extreem wordt.

Slide 9 - Diapositive

De windrichting maakt uit:

<< Als de wind aanlandig is, komt er wind aan land (dus vanaf zee).

- Als de wind aflandig is, waait de wind van het land af (dus naar de zee toe).

Slide 10 - Diapositive

Hier waait een aanlandige wind over Nederland en Duitsland.

Slide 11 - Diapositive

Op een warme zomerdag waait er een aanlandige wind over Nederland. Wat doet dat met de temperatuur boven land?
A
Het warmt op
B
Het koelt af

Slide 12 - Quiz

Onthoud:
In de zomer is het land al erg opgewarmd, en de zee nog niet.
Aanlandige wind is koel.
Aflandige wind is warm.

In de winter is de zee nog wat warm.
Aanlandige wind is verwarmend.
Aflandige wind is koud.
Kijk goed naar figuur 2.13 in je boek (blz. 38).

Slide 13 - Diapositive

Een zeestroom (de richting die het water in de oceaan op gaat) kan water uit een warm gebied naar een koud gebied brengen.

Voorbeeld: een haven in Noorwegen die niet dichtvriest in de winter >>

Slide 14 - Diapositive

Tot slot:

Als warme of koude wind een hoog gebergte tegenkomt, wordt die 'gestopt'.

Zo krijg je aan beide kanten van een gebergte andere temperaturen.

Slide 15 - Diapositive

Temperatuurfactoren op een rijtje:
1. Breedteligging (afstand tot de evenaar)
2. Hoogteligging (afstand vanaf de grond)
3. Ligging aan zee (matigend voor de temperatuur)
4. Warme of koude wind of zeestroom
5. Ligging van gebergten (kan warmte of kou tegenhouden)

Slide 16 - Diapositive

Dit hebben we geleerd:
De zee heeft een matigende invloed op de temperatuur in gebieden die aan de kust liggen - in de zomer verkoelend, in de winter verwarmend.

De Golfstroom die langs Nederland stroomt, brengt warmte mee vanuit de warme Golf van Mexico.

Een gebergte kan warme of koude lucht vanaf zee tegenhouden, waardoor er verschil komt in temperatuur aan beide kanten van het gebergte.

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
Maak: de opdrachten in deze LessonUp.

Hoe: in je schrift. Gebruik je Basisboek (B53 t/m B56).
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot het einde van de les.
Klaar: werk alvast verder aan les 5.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 1
Bekijk de kaarten op de volgende slide.
a. Hoe warm wordt het gemiddeld in Fort Nelson in de winter (blauwe getal)?
b. Hoe warm wordt het gemiddeld in Phoenix in de winter?
c. Er is een groot verschil in temperatuur tussen de twee plaatsen. Door welk van de vijf temperatuurfactoren komt dat?
d. Bekijk de ligging van het gebergte de Rocky Mountains. Op welke manier heeft dat gebergte invloed op de temperatuur in de VS?

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 1 - Antwoorden
a. Hoe warm wordt het gemiddeld in Fort Nelson in de winter (blauwe getal)?
-23 graden Celsius.
b. Hoe warm wordt het gemiddeld in Phoenix in de winter?
12 graden Celsius.
c. Er is een groot verschil in temperatuur tussen de twee plaatsen. Door welk van de vijf temperatuurfactoren komt dat?
Door windstromen. In Fort Nelson komt koude lucht via de wind en in Phoenix warme lucht.
d. Bekijk de ligging van het gebergte de Rocky Mountains. Op welke manier heeft dat gebergte invloed op de temperatuur in de VS?
Aan de linkerkant van het gebergte (aan zee) zijn de temperaturen minder extreem dan aan de rechterkant van het gebergte.

Slide 20 - Diapositive

Temperatuur en windrichting in de VS
Het gebergte de Rocky Mountains

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 2
Bekijk de afbeelding hiernaast.
a. Zie je hier aanlandige of aflandige wind?
b. In de winter is het in Berlijn kouder dan in Amsterdam. Leg uit hoe dat komt.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 2 - Antw
a. Zie je hier aanlandige of aflandige wind?
Een aanlandige wind.
b. In de winter is het in Berlijn kouder dan in Amsterdam. Leg uit hoe dat komt.
Amsterdam krijgt van de zee een relatief warme lucht, waardoor het daar niet zo koud wordt. Berlijn ligt veel verder van zee en krijgt die warme lucht niet. Daarom is het daar veel kouder.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 3
Gebruik B55 (blz. 38).
a. Leg uit wat een zeestroom is.
b. Wat is de naam van de zeestroom die langs Europa stroomt?
c. Leg uit hoe het komt dat die zeestroom warm is.
d. Waarom is het zo bijzonder dat de haven in de plaats Hammerfest niet dichtvriest in de winter?

Slide 24 - Diapositive

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Leg uit wat een zeestroom is.
Wanneer het water in de zee of oceaan altijd een bepaalde richting op stroomt, heet dat een zeestroom.
b. Wat is de naam van de zeestroom die langs Europa stroomt?
De Golfstroom.
c. Leg uit hoe het komt dat die zeestroom warm is.
Het water komt uit de Golf van Mexico, en daar is het warm.
d. Waarom is het zo bijzonder dat de haven in de plaats Hammerfest niet dichtvriest in de winter?
Omdat Hammerfest heel ver van de evenaar is. Daardoor zou je verwachten dat het daar in de winter zo koud is dat het water bevriest.

Slide 25 - Diapositive

Opdracht 4
Bekijk de afbeelding hiernaast.
De plaatsen Trondheim en Östersund liggen op dezelfde breedteligging.
a. Leg uit waarom er in de winter toch een groot verschil is in temperatuur tussen die plaatsen.
b. Waarom noemen we een gebergte (zoals op deze kaart) soms een klimaatscheiding?

Slide 26 - Diapositive

Opdracht 4 - Antw
a. Leg uit waarom er in de winter toch een groot verschil is in temperatuur tussen die plaatsen.
Trondheim ligt aan zee, en krijgt daardoor warme zeelucht. Östersund ligt aan de andere kant van het gebergte en krijgt die warme wind dus niet.
b. Waarom noemen we een gebergte (zoals op deze kaart) soms een klimaatscheiding?
Omdat het de grens is tussen twee verschillende klimaten.

Slide 27 - Diapositive

Opdracht 5
Bekijk opnieuw de afbeelding. Je kan vier van de vijf temperatuurfactoren terugzien (alleen hoogteligging niet).

Geef van al die vier factoren een voorbeeld, van hoe ze invloed hebben op de temperatuur in dit gebied.

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 5 - Antw
Geef van al die vier factoren een voorbeeld, van hoe ze invloed hebben op de temperatuur in dit gebied.
Breedteligging - de plaatsen op de hoogste breedte zijn het koudst.
Ligging aan zee - de plaatsen aan de kust hebben gematigde temperaturen.
Warme/koude stromen - de Golfstroom brengt warm water mee.
Ligging van gebergte - het gebergte blokkeert de warme of koude lucht van zee.

Slide 29 - Diapositive