thema 7 les 9

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Wat is een voorzetsel?

1. een
2. mooi
3. in
4. ze

Wat is een voorzetsel?

1. de
2. die
3. het
4. op

Wat is een voorzetsel?

1. uit
2. deze
3. een
4. het

De baby zit .... de doos.

1. op
2. onder
3. in
4. naast

De kat zit ..... de doos.

1. achter
2. voor
3. in
4. naast

De kat zit ......de doos.

1. voor
2. naast
3. op
4. achter

De haas zit ..... de doos.

De haas zit ..... de doos.

Ze gaan varen op een plas.
Waar gaan ze varen?

Een mooie vrouw zit naast hem.
Waar zit een mooie vrouw?

Oh, nee de boot ligt onder water.
Waar ligt de boot?

Wat is geen voorzetsel?

1. om
2. over
3. die
4. in

Wat is geen voorzetsel?

1. uit
2. deze
3. op
4. onder

Schrijf het voorzetsel op.
De boef zit voor de gevangenis.

Schrijf het voorzetsel op.
Hij gooit een bal langs de korf.

Schrijf het voorzetsel op.
de boef ligt onder zijn bed.

Wat is geen voorzetsel?

1. achter
2. langs
3. onder
4. hoog