week 13 les 1

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Les devoirs

SO bespreken in de les

Faire (maken): Ch2 = af! Bloc A,B,D,E,F,H

Lesdoelen (Buts)

SO bespreken:

Je controleert de toets goed en weet wat goed en fout is gegaan

Ch2: alles herhalen voor het PW:

Je kunt de woorden en zinnen uit Ch2 vertalen in het F/N - N/F

Je kunt de Franse regelmatige werkwoorden -er toepassen

Je kunt de Franse ontkenning herkennen

Je kunt de ontkenning 'niet of geen' toepassen

Je kunt de getallen in het Frans van 20 tot 69 herkennen

SO bespreken

Let goed op en controleer de toets goed!

Wat kan ik de volgende keer beter doen?

Overhoren Ch2

Vocabulaire Ch2

le fromage

1. het fruit
2. de kaas
3. de ham
4. de framboos

C'est quoi?

1. Wat doe jij?
2. Wat pak jij?
3. Waar is dat?
4. Wat is dat?

Vertaal: J'adore les crêpes.

l'oeuf

1. de groente
2. het vlees
3. het ei
4. de kaas

le repas

1. het ontbijt
2. het brood
3. de lunch
4. de maaltijd

le croissant

la boulangerie

manger

le café

la confiture

le restaurant

la baguette

Grammaire

-er werkwoorden

de ontkenning

Wat bedoelen we met regelmatige werkwoorden?

Noteer het ezelsbruggetje over de -er werkwoorden.

Ezelsbrug

Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Neem dit ezelsbruggetje over in jouw schrift!

Je / J'

Tu

il / elle / on

Nous

Vous

ils / elles

e

es

e

ons

ez

ent

Je/J'

Nous

Il/elle/on

Vous

Ils/elles

Tu

Koppel de juiste uitgang aan het persoonlijk vnw

Bijv: Parler = praten

Parl + ...

stam + es

stam + ent

stam + e

stam + ez

stam + e

stam + ons

Maak de zin ontkennend:
Je mange la pizza

1. Je ne mange la pizza pas
2. Je ne mange pas la pizza
3. Je mange ne la pizza pas
4. Ne je pas mange la pizzza

Maak de zin ontkennend:
Julien joue le foot.

1. Ne Julien pas joue le foot
2. Julien n'joue pas le foot
3. Julien joue ne le foot pas
4. Julien ne joue pas le foot

Maak de zin ontkennend:
J'adore le chocolat.

1. J'n'adore pas le chocolat.
2. Je n'adore pas le chocolat.
3. Je ne adore pas le chocolat.
4. Je n'adore le chocolat pas.

Maak de zin ontkennend:
C'est fantastique!

1. C'n'est pas fantastique !
2. Ce n'est pas fantastique!
3. Ce ne est pas fantastique!
4. C'est ne fantastique pas!

Hoe wordt de Franse zin? Zet de woorden op de juiste plek.

Ik vind de hond niet.

Je

ne

trouve

pas

le

chien

Getallen 20-69

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de liniaal :

treize

deux

zéro

cinq

neuf

dix-sept

vingt

dix 

vingt 

trente 

quarante 

cinquante 

soixante 

10 

20

30 

40

50 

60 

43

1. quarante- trois
2. soixante-trois
3. cinquante- trois
4. trente-trois

Schrijf de getallen in cijfers op:
cinquante-sept

Extra uitleg?

Ik heb extra uitleg nodig over Ch2

Ik heb geen extra uitleg nodig over Ch2

Au travail! Aan het werk!

Ch2 afmaken of nakijken. Zorg dat alles af en op orde is!

Alles klaar? 

Faire (maken): Oefentoets Ch2 (zie online)

Apprendre (leren): voc E+F (woorden en zinnen) of  andere dingen van het PW voorbereiden

 

PWCH2

PWCH2 Oh c'est bon!

Leerstof WB p.90-93 

Kijk in de studiewijzer welke onderdelen je NL-Frans of Frans-NL moet leren. 

Er staat ook extra uitleg en er staan oefenopdrachten in