Oefenen woorden DISK thema Verliefd zijn en houden van blz. 1, 2 en 3

DISK thema 
Verliefd zijn en houden van


oefenen met de woorden
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

DISK thema 
Verliefd zijn en houden van


oefenen met de woorden

Slide 1 - Diapositive


Je probeert een antwoord te zoeken in je hoofd. Wat doe je?

A
slapen
B
denken
C
rennen
D
eten

Slide 2 - Quiz


Wat is het meervoud van 'beurt'?

Slide 3 - Question ouverte


Welk woord is goed?
A
gemakkelijk
B
gemakelijk
C
gemakkelek
D
gemakelik

Slide 4 - Quiz

Welk woord past in deze zin?

... jij van het dak van de school te springen?
Nee, want dat is gevaarlijk!

Slide 5 - Question ouverte


Vul in: Ik doe heel ..... mijn best!

Slide 6 - Question ouverte


Ken jij alle ... van het jaar?
Ja: januari, februari, maart, en zo verder.

Slide 7 - Question ouverte


Ik ga na school altijd met hem voetballen.
Hij is mijn .... .

Slide 8 - Question ouverte


Ik heb verkering met die jongen.
Hij is mijn .... .
A
vriend
B
vriendin
C
vriendje
D
vriendinnetje

Slide 9 - Quiz


Zara en Karima zijn altijd samen.
Zij zijn goede .... .

Slide 10 - Question ouverte


Mohamad en Isa zijn verliefd.
Isa is .... van Mohamad.
A
de vriend
B
de vriendin
C
het vriendje
D
het vriendinnetje

Slide 11 - Quiz


Je denkt het, maar je weet het niet zeker.
We gaan ... op vakantie naar Turkije.

Slide 12 - Question ouverte


Hoe ... woon jij al in Nederland?
Ik woon hier al 2 jaar.

Slide 13 - Question ouverte


Welke is goed?
A
Wij hebben verkeering.
B
Wij hebben verkering.
C
Wij hebben verkerin.
D
Wij hebben verkerring.

Slide 14 - Quiz


Welk woord is goed?
A
laggen
B
lagchen
C
lachen
D
lache

Slide 15 - Quiz


Ik heb verkering, maar niemand mag het weten.
Ik heb ... verkering.

Slide 16 - Question ouverte


Dat meisje durft niet zo goed te praten met andere mensen. Het meisje is ... .

Slide 17 - Question ouverte


Welke zin is goed?
A
Emma hoopt dat het morgen warm is.
B
Emma hopen dat het morgen warm is.
C
Emma hoop dat het morgen warm is.
D
Emma hopt dat het morgen warm is.

Slide 18 - Quiz


Onze juf is erg ... .
Ze is lief, ze maakt grapjes en we doen spelletjes.

Slide 19 - Question ouverte


Welke zin is NIET goed?
A
Je kan chatten met een mobiele telefoon.
B
Chatten doe je via Whatsapp.
C
Bij chatten stuur je elkaar berichtjes.
D
Als je chat, praat je 'in het echt' met elkaar.

Slide 20 - Quiz


Niet een meisje, maar een ....

Slide 21 - Question ouverte


Ik heb al 3 dagen .... in mijn mond.
Vandaag ga ik naar de tandarts.

Slide 22 - Question ouverte


Je vindt iemand leuk. Je wilt verkering. Wat doe je?
A
merken
B
aankleden
C
snappen
D
versieren

Slide 23 - Quiz


Je hebt een idee: jullie gaan naar de zee!
Wat is een idee?
A
iets wat je moeilijk vindt
B
iets wat pijn doet
C
iets wat je koopt
D
iets wat je bedenkt

Slide 24 - Quiz

Wie ken je op school?
Noem 3 namen.

Slide 25 - Carte mentale


Het is vandaag zaterdag.
Er is .... op school.

Slide 26 - Question ouverte


Welk woord is goed?
A
afspreeken
B
afspeken
C
afspreken
D
afspraken

Slide 27 - Quiz


Maak een goede zin met 'bang'.

Slide 28 - Question ouverte

Welk gevoel 
hoort bij welke foto?
Foto A.
Foto B. 
Foto C.
Boos
Verdrietig
Bang

Slide 29 - Question de remorquage


Wanneer mag je niet eten tijdens de Ramadan?
Kies: de dag - de nacht

Slide 30 - Question ouverte


Welke twee zinnen zijn goed?
A
De moeder draagt de baby.
B
Ik draag met mijn vrienden.
C
De man draagt de stoel op de tafel.
D
Jij draagt mooie kleren!

Slide 31 - Quiz


Welke zin is goed?
A
Een mens heeft twee benen en twee armen.
B
Een mens loopt in de wei en geeft melk.
C
Een mens is groen en heeft blaadjes.
D
Een mens kan leven in de zee, onder water.

Slide 32 - Quiz


Wij merken niets van het mooie weer,
want wij zitten binnen.
Wat is 'merken'?
A
voelen of zien
B
denken
C
eten
D
onthouden

Slide 33 - Quiz


Maak een goede zin met 'probleem'.

Slide 34 - Question ouverte


Wat is een ander woord voor 'snappen'?
A
Ieren
B
begrijpen
C
vergeten
D
tekenen

Slide 35 - Quiz


Maak een goede zin met 'raar'.

Slide 36 - Question ouverte


Hoe leg je 'volgen' uit?
A
achter iemand aan lopen
B
iemand pijn doen
C
boos naar iemand kijken
D
tekenen

Slide 37 - Quiz

Kijk naar de video. Wat is er met Kikker?




https://www.youtube.com/watch?v=E8DEF1Pf3Jw

Slide 38 - Diapositive

Wat is er met Kikker?
Geef antwoord in een zin.

Slide 39 - Question ouverte