1G2 - di 16 april 3e en 4e uur - DISK thema 5 Houden van/verliefd - woorden woordenlijst beginners

Thema 5 - Verliefd zijn en houden van
Vooraf:

- IN het lokaal 2 A4 ophangen met daarop:
Vriendschap
Verliefdheid

- Papier printen met het huiswerk (zie laatste slide)

Tekst voorlezen bij de slide 8:

Sasha en Nour zijn twee leerlingen. Ze zitten bij elkaar in de klas. Ze vinden elkaar aardig. 

Soms kijkt Sasha tijdens de les naar Nour. Dat doet hij stiekem, omdat hij niet wil dat iemand het ziet.

Weet je wat zo grappig is? Nour kijkt ook heel vaak stiekem naar Sasha. Nour is bang dat de hele klas het ziet.

Sasha en Nour vinden elkaar super leuk. En superlief. Op een middag geven ze elkaar een kus. Dan hebben ze verkering.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 - Verliefd zijn en houden van
Vooraf:

- IN het lokaal 2 A4 ophangen met daarop:
Vriendschap
Verliefdheid

- Papier printen met het huiswerk (zie laatste slide)

Tekst voorlezen bij de slide 8:

Sasha en Nour zijn twee leerlingen. Ze zitten bij elkaar in de klas. Ze vinden elkaar aardig. 

Soms kijkt Sasha tijdens de les naar Nour. Dat doet hij stiekem, omdat hij niet wil dat iemand het ziet.

Weet je wat zo grappig is? Nour kijkt ook heel vaak stiekem naar Sasha. Nour is bang dat de hele klas het ziet.

Sasha en Nour vinden elkaar super leuk. En superlief. Op een middag geven ze elkaar een kus. Dan hebben ze verkering.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 5 - Verliefd zijn en houden van

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- We starten met thema 5 van Disk
- We leren nieuwe woorden
- We oefenen met het verschil zien tussen vriendschap en verliefdheid
- We gaan samenwerken in groepjes

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
- We starten met 20 minuten lezen
- Dan starten we met thema 5 van Disk
- Jullie leren nieuwe woorden
- Jullie oefenen met het verschil zien tussen vriendschap en verliefdheid
- We gaan samenwerken in groepjes

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan lezen.
- Twee leerlingen pakken de boeken en delen ze uit.

- Twee leerlingen pakken de laptops.

(De timer staat op de volgende slide)

Slide 5 - Diapositive

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5240889/kinderen-tussen-4-en-8-jaar-hebben-nu-al-maximumhoeveelheid-suiker

Samen lezen & vragen stellen 
We gaan lezen.

Afspraken:
- We lezen in stilte.
- Schrijf de woorden die je niet kent op en zoek de betekenis op op de laptop


Slide 6 - Diapositive

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5240889/kinderen-tussen-4-en-8-jaar-hebben-nu-al-maximumhoeveelheid-suiker

Samen lezen & vragen stellen 
Schrijf je mee in de woordenlijst?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verliefd zijn
  • Iemand héél erg leuk vinden
  • werkwoord
  • ik ben verliefd - wij zijn verliefd
  • zin: Zij is verliefd op Abdul.
36

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verkering

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verkering hebben 
  • twee mensen zijn verliefd op elkaar
  •  werkwoord 
  • Ik heb verkering - wij hebben verkering
  • zin: Sasha en Nour hebben 2 maanden verkering.
35

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verkering hebben (ww)
  • twee mensen zijn verliefd op elkaar
     
  • Ik heb verkering (vt - had)
  • jij hebt verkering (vt - had)
  • hij heeft verkering (vt - had)
  • wij hebben verkering (vt - hadden)
  • wij hebben verkering gehad (vtd)

  • zin: Henk en Lisa hebben twee maanden verkering.
35

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de verkering
Zij heeft verkering met die jongen
verliefd
Hij is verliefd op Anne

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uit (vz)
  • aan <--> uit

  • zin: Ik doe het licht uit
  • zin: De verkering is uit.
32

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 uitmaken (ww)
  • zin: Zij maakt de verkering met Sasha uit.
  • zin: Zij maakte de verkering met Sasha vorige week uit.
  • zin: Zij heeft de verkering met Sasha uitgemaakt.
32

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de verkering
Zij heeft verkering met die jongen
verliefd
Hij is verliefd op Anne

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vriendschap

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de vriend
  • De jongen is mijn vriend
  • Ik speel Fortnite met mijn vriend uit Duitsland
  • De vriendschap

  • zin: Hij is mijn vriend.
37

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de vriendin
  • Het meisje dat je aardig vindt
  • De vriendschap

  • zin: Ik maak een Tiktok filmpje met mijn vriendin.
38

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het vriendinnetje
- Het meisje dat je heel leuk vindt 
- Jullie hebben verkering

zin: Ik ben verliefd op mijn vriendinnetje.
39

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het vriendje
- De jongen die je heel leuk vindt 
- Jullie hebben verkering 

zin: Ik ben verliefd op mijn vriendje.
40

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vriendschap en verliefdheid
  • Bekijk de filmpjes: is het vriendschap of verliefdheid?
  • Lees de teksten over   vriendschap   en   verliefdheid
  • Bespreek de woorden die   je niet kent.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Is dit vriendschap? 
(Ga bij het woord vriendschap staan)

Of

Is dit verliefdheid?
(Ga bij het woord verliefdheid staan)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Is dit vriendschap? 
(Ga bij het woord vriendschap staan)

Of

Is dit verliefdheid?
(Ga bij het woord verliefdheid staan)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Is dit vriendschap? 
(Ga bij het woord vriendschap staan)

Of

Is dit verliefdheid?
(Ga bij het woord verliefdheid staan)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verliefd zijn =
36
A
Iemand heel erg leuk vinden.
B
Warm worden en rode kleur krijgen.
C
Vlinders in je buik hebben.
D
De hele tijd aan die jongen of meisje moeten denken.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben jij een keer verliefd geweest?
36
Ja
Nee

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

werkwoord: verliefd zijn
Maak het hele rijtje: ik............, jij ..................., hij/zij .........., wij ........, jullie .......... zij..........
36

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

36 + 37
timer
1:30
Wat merk jij aan jouw vrienden
als ze verliefd zijn?

Slide 32 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

36 + 37 + 38
de vriend
de vriendin
verliefd zijn

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

39 + 40
het vriendje
het vriendinnetje

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de goede volgorde:
Sasha en Nour hebben verkering.
'vriendje en vriendinnetje. - zijn - Ze - nu'
A
Ze zijn nu vriendje en vriendinnetje.
B
Nu zijn ze vriendje en vriendinnetje.
C
Zijn ze vriendje en vriendinnetje nu.
D
Vriendje en vriendinnetje ze zijn nu.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat klopt?
37 + 38
A
Zij is mijn vriendin.
B
Zij is zijn vriendin.
C
Hij is mijn vriend.
D
Hij is haar vriend.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht in 3 groepen
- Jullie gaan in drie groepen bij elkaar zitten: de leerlingen met een roze naamkaartje gaan bij elkaar zitten. De leerlingen met een groen kaartje ook. En de leerlingen met een blauw kaartje gaan ook bij elkaar zitten.

- Schuif de tafels dus in drie groepen.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

    Opdracht in 3 groepen
- Je zit aan een tafel. Je hebt de woordenlijst en een pen voor je liggen.

- Bespreek met elkaar elk woord uit de woordenlijst. Wat betekent het woord? Schrijf de vertaling erbij in je eigen taal. Kijk op de woordenlijst met de uitleg in het Nederlands. Jullie gaan samenwerken (en dus niet alleen).

- Weten jullie niet wat het woord betekent? Zet er een kruisje voor. Ik loop langs (maar soms moet je even wachten tot ik kan komen).

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor dinsdag 7 mei
- De woordenlijst: vertaal de woorden en schrijf een zin bij elk woord (dit doe je alleen voor de woordenlijst van je eigen niveau)
- Kijk de film 'De wereld van Kim en Bob' en bedenk 3 vragen over de film. Mail de vragen uiterlijk 6 mei naar mij: nhogeland@gsf.nl
(De link naar de film deel ik in de groepsapp)

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions