Spelling Blok 5 - Week 2 - Les 2 (Groep 7-8)
1 / 14
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Tegenwoordige-, verleden- of voltooide tijd?
Gisteren pompte hij zijn fietsband op.
Gisteren pompte hij zijn fietsband op.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 2 - Quiz
Tegenwoordige-, verleden- of voltooide tijd?
De koning heeft een toespraak gehouden.
De koning heeft een toespraak gehouden.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 3 - Quiz
Tegenwoordige-, verleden- of voltooide tijd?
Het meisje wijst naar de hoge toren.
Het meisje wijst naar de hoge toren.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 4 - Quiz
Gisteren ... (blozen) hij toen ze hem een compliment gaf.
Slide 5 - Question ouverte
Vorige zomer ... (reizen) wij door heel Europa.
Slide 6 - Question ouverte
De koeien hebben de afgelopen maanden in de wei ... (grazen).
Slide 7 - Question ouverte
Mijn broertje ... (durven) niet in de achtbaan vorige week.
Slide 8 - Question ouverte
Moeder heeft het vlees ... (stoven).
Slide 9 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ het
Slide 10 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ het
Slide 11 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ het
Slide 12 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ het
Slide 13 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ het
