Citeren

Citeren les 2
  • Binnenkomen en aanwezigheid
  • Lesdoelen
  • Nakijken werk vorige les
  • Herhaling citeren (waarom/hoe)
  • Oefenen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Citeren les 2
  • Binnenkomen en aanwezigheid
  • Lesdoelen
  • Nakijken werk vorige les
  • Herhaling citeren (waarom/hoe)
  • Oefenen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan het verschil benoemen tussen parafraseren en citeren
  • Je weet welke verschillende vormen van citeren je op je examen krijgt.
  • We gebruiken het aantekeningenschrift

Slide 2 - Diapositive

Nakijken


  • Kijk je werk van vrijdag na, schrijf op je wisbordje hoeveel vragen je goed hebt beantwoord. 
  • Bij 0 houd je je bordje omhoog
  • Nakijkmodel staat in magister 
timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Wat is citeren?


Schrijf op je 'wisbordje'
Ik tel af en bij 0 houd je je bordje boven je hoofd

Slide 4 - Diapositive

Waarom citeren we?


Schrijf op je 'wisbordje'
Ik tel af en bij 0 houd je je bordje boven je hoofd

Slide 5 - Diapositive

Welke vormen van citeren kan je verwachten op je examen? (Zin, ........, ......,) 


Schrijf op je 'wisbordje'
Ik tel af en bij 0 houd je je bordje boven je hoofd

Slide 6 - Diapositive

Woordgroep

Als er wordt gevraagd om een woordgroep te citeren, dan citeer je een groep van woorden die bij elkaar horen in de zin. Vaak gaat het hier om zinsdelen. Als je het lastig vindt om te bepalen of je met een woordgroep te maken hebt, dan kun je de zin gaan husselen. Een woordgroep zal altijd bij elkaar in de zin blijven staan, zoals onder andere ‘bij de Albert Heijn’ in de volgende zinnen:
De grote man / doet / zijn boodschappen / bij de Albert Heijn
Bij de Albert Heijn / doet / de grote man / zijn boodschappen
Zijn boodschappen / doet / de grote man / bij de Albert Heijn

Slide 7 - Diapositive

Woordgroep herkennen

Maak tweetallen:
Schrijf een zin met minimaal 8 woorden op je wisbordje ( je mag hem best citeren vanuit een tekst)
Laat de ander deze zin in woordgroepen verdelen
Daarna tel ik af. Bij 0 de bordjes omhoog
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Citeer deze zin zo kort mogelijk:




Schrijf op je 'wisbordje'
Ik tel af en bij 0 houd je je bordje boven je hoofd

Slide 9 - Diapositive

Oefenen

De opdracht staat in magister
Beantwoord de vragen in je schrift
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive