Les 7 - Vrouwelijke scheidsrechter leerjaar 2 (AA +A)

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom

• Jas aan de kapstok
  
• Telefoon in de bak
  
• Kauwgom in de prullenbak
  
• Leg een pen/potlood klaar

Ga rustig zitten.

Blok 3

Overzicht van de les

• Wie is er wel en wie niet?
  
• Hoe is het met je?
  
• Vorige les?
• Verwachtingen?
• Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Tijdens de les:

• Luister je stil mee tijdens de instructie;
• Werken we rustig alleen of samen (niveaugroepen);
• Doe je actief mee;
• Ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag;
• Mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt;

Wat gaan we doen?

• Terugblik
• Voorspellen 
• Voorkennis aanzetten
• Actief lezen 
• Samen lezen van de tekst
• De Sleutelvragen + Wie Wat Waar schema maken
• Aan de slag 
• Afsluiting
  

Terugblik

Hoe ging de vorige les?

- Hoe is het werk gemaakt?

• Onvoldoende, Voldoende en Goed
• Gebruik woorden/stukjes uit de tekst in je antwoord. 
• Meerkeuzevragen terug lezen in tekst!
• Sleutelvragen nummeren!

- Hoe ging het zelfstandig lezen en werken?

Lesdoel

Ik kan:

• De tekst voorspellen. 
• De tekst actief lezen met hulp van de sleutelvragen.
• De verwijswoorden opzoeken. (AA en A)
• Een Wie-Wat-Waar schema maken

Ik weet:

AA + A

• Dat verwijswoorden naar een ander woord of andere woorden in de tekst verwijzen.
• Wat er bijzonder was aan de profwedstrijd in het mannenvoetbal van vrijdag 4 oktober. 
• Wie Shona Shukrula is en wat de Week van de Scheidsrechter is.

Voorspellen

Open de les op het digibord.

We voorspellen waar de tekst over gaat. We kijken naar:

1. De titel
2. De tussenkopjes 
3. De afbeeldingen. 

Woorden 

Schrijf op je wisbordje en bespreek

AA +A

Jeugdjournaal

We kijken naar het filmpje van het Jeugdjournaal.

Lezen

Niveau AA - leest samen met docent

We lezen samen de tekst.

Jij onderstreept belangrijke of moeilijke woorden en leest actief mee. 

Niveau A - leest zelfstandig de tekst

Je leest zelf de tekst en onderstreept moeilijke woorden en belangrijke stukjes.

Wie- wat- waar schema

Na het bekijken van het filmpje en het lezen van de tekst kunnen we het schema in vullen.

Je doet dit voor jezelf.
Probeer het binnen de tijd af te hebben. 

Verwijswoorden

In sommige zinnen staat een verwijswoord.
Bijvoorbeeld:
hij, zij, die, dat, het

Je kunt een ander woord uit de tekst op die plek invullen.

Verwijswoorden

Even oefenen:

Shona Shakrula heeft geschiedenis geschreven.
Ze is de eerste vrouwelijk scheidrechter.

Ze verwijst naar: ...............

Verwijswoorden

Even oefenen:
'Het was mijn droom om prof scheidsrechter te worden.'
Ik ben dankbaar en trots dat het gelukt is.


Het verwijst naar: ...............

Verwijswoorden

Even oefenen:
Daarom is er een scheidsrechter nodig.
 Die leidt de wedstrijd.


Die verwijst naar: ...............

Aan de slag -zelfstandig

Niveau A: Start zelfstandig 

Je leest per alinea en maakt de sleutelvragen.
Opdracht 3 - verwijswoorden (gebruik de strategiekaart)
Maak het Wie-wat-waar schema af.

Niveau AA: Start met de docent

We lezen samen per alinea en maken de sleutelvragen. 
Opdracht 3 - verwijswoorden (gebruik de strategiekaart)

Maak het Wie-wat-waar schema af.

Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!

Afsluiting

Hoe heb jij gewerkt?

Tips voor de volgende keer?

Tops van deze les?