Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL
DOEL:
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
Overtuigen
De schrijver wil zijn mening geven
Activeren/overhalen
De schrijver wil dat je iets gaat doen
Instrueren
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen
Amuseren
De schrijver wil je vermaken
- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK
Voor welk publiek een tekst bedoeld is,
zie je aan:
- het onderwerp
- het taalgebruik
- de bron
- HET DOEL VAN EEN TEKST HERKENNEN
- BEPALEN VOOR WELK PUBLIEK EEN TEKST IS GESCHREVEN