P3 week 4 - Overkoepelende quizz

Elke vernieuwing is een innovatie
Ja
Nee
1 / 15
suivant
Slide 1: Sondage
KD0226 InnovatiesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Elke vernieuwing is een innovatie
Ja
Nee

Slide 1 - Sondage

Waarom is het belangrijk voor een bedrijf om te innoveren?

Slide 2 - Question ouverte

De uitvinding van het vliegtuig
was een...
A
radicale proces innovatie
B
radicale product innovatie
C
incrementele proces innovatie
D
incrementele product innovatie

Slide 3 - Quiz

Haribo heeft de machine gekocht waarmee ze snoepjes produceren sneller gemaakt Dit is een..
A
radicale proces innovatie
B
radicale product innovatie
C
incrementele proces innovatie
D
incrementele product innovatie

Slide 4 - Quiz

Wat betekent de afkorting SMART om een doelstelling te formuleren?

Slide 5 - Question ouverte

Piet heeft een doel geformuleerd.:
"Ik wil minstens een 5,5 halen voor
mijn toets Engels".
Waarom is dit niet SMART?
A
niet acceptabel
B
niet meetbaar
C
niet specifiek
D
niet tijdgebonden

Slide 6 - Quiz

Wat betekent de afkorting PDCA?
A
please don't change anything
B
plan do check act
C
perform detailed continuous actions
D
prevent double causing actions

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de afkorting STARR
als reflectie methode?

Slide 8 - Question ouverte

ACTIE
REFLECTIE
RESULTAAT
TAAK
SITUATIE
Wat vond je van jouw handelen?
Wat heb je gezegd of gedaan?
Wat wilde je bereiken?
Hoe is het afgelopen?
Wat gebeurde er precies?

Slide 9 - Question de remorquage

Wat betekent de afkorting SWOT
als analyse methode?

Slide 10 - Question ouverte

Positief
Negatief
Intern
Extern
?
?
?
?
Kans
Bedreiging
Sterkte
Zwakte

Slide 11 - Question de remorquage

Sterkte
Zwakte
Kans
Bedreiging
Breed assortiment
Slechte locatie
Stijgende vraag
Weinig leveranciers

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is het doel van
een SWOT analyse?

Slide 13 - Question ouverte

Welke overwegingen maak je bij het kiezen van een innovatie?

Slide 14 - Question ouverte

Wat zijn de 4 G's die je kan gebruiken bij het geven van feedback?

Slide 15 - Question ouverte