Allergieën themakaart 1.2.3 Theorie specifiek DA

allergie  
1.2.3
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

allergie  
1.2.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft iemand van jullie een allergie?
A
Ja, ik heb een allergie
B
Nee, ik heb geen allergie

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke allergie(ën) ken je

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

15 tot 20 % van de Nederlandse bevolking heeft last van allergische klachten.
klimaatverandering en luchtverontreiniging zijn er de oorzaak van dat meer mensen last hebben.
In stedelijk gebied hebben mensen meer allergieklachten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergie
overgevoeligheid voor bepaalde stoffen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten allergische reacties
- niezen, hoesten, gezwollen ogen
- huiduitslag
-piepende ademhaling
-beroerd worden/ overgeven
-diarree
- ERNSTIGE LEVENSBEDREIGENDE REACTIE
anafylactische shock: daling van de bloeddruk, ernstige kortademigheid

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

allergische reactie
reactie van het afweersysteem op de stof waar je overgevoelig voor bent

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je erachter komen waar je allergisch voor bent?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

diagnose
acuut
anamnese en lichamelijk onderzoek

later
allergie test: bloedonderzoek of huidtesten
expositie = blootstelling uitproberen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

diagnose
- bloedtest( huisarts/specialist)
-huidtest(huisarts/specialist)
-provocatietest (3 tot 4 uur)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Antistoffen
stoffen die ziekteverwekkers onschadelijk maken
Dit noemen we ook wel de antilichamen of immunoglobuline (IgE)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorming antistoffen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuum
niet ziek worden, omdat witte bloedcellen meteen een antistof kunnen maken

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke immuniteit
Iemand is ziek geweest

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunstmatige immuniteit
immuniteit die ontstaat door vaccinatie

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

IgE en mestcellen
Mestcellen spelen een belangrijke rol bij een allergie
Mestcellen zitten overal in het lichaam.
Zij zijn als het ware ‘vol-gemest’ met allerlei stoffen
De belangrijkste stof in de mestcellen is HISTAMINE
IgE = immunoglobuline E
Immunoglobuline zijn antistoffen (antilichamen)
Je lichaam krijgt bij een allergie als het ware last van het eigen afweersysteem



Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een allergeen op of in het lichaam komt, dan koppelt IgE zich hieraan vast.
De combinatie allergeen en IgE maakt vervolgens mestcellen kapot.
De inhoud van mestcellen komt dan vrij : o.a. histamine
Histamine zorgt er klachten komen (bv jeuk of tranende ogen)

Slide 20 - Diapositive

1e plaatje: IgE koppelt aan allergeen, en samen maken ze een mestcel kapot
2e plaatje: Mestcel eerst normaal, en daarna komt histamine vrij bij het kapotmaken

Welk orgaansysteem reageert als eerste bij een allergische reactie?
A
hart en bloedvaten
B
spijsverteringsstelsel
C
afweersysteem
D
luchtwegen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

symptomen 
-neus- en oogklachten
-luchtwegvernauwing
-jeuk, galbulten, zwellingen
-maag- en darmklachten
-bloeddrukdaling, bewustzijnsvermindering, flauwvallen, shock

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oorzaken type 1 allergie
snel optreden van symptomen of klachten (enkele minuten tot max 2 uur)
-hooikoorts
-voedsel allergie
-latex allergie
-wespen- en bijengif
-sommige geneesmiddelen allergie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oorzaken type 4 allergie
trager optreden van symptomen of klachten ( na uren maar meestal na dagen tot weken)
-contactallergie
-sommige geneesmiddelenallergieën

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

allergie
eerste contact: allergeen laat B-cellen antistoffen maken, deze koppelen aan de mestcel => geactivieerd
tweede contact: allergeen koppelt meteen aan geactiveerde mestcel => exocytose van blaasjes histamine => allergische reactie (slijm, jeuk, niezen etc.)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

symptomen
vasodilatatie: verwijding van de bloedvaten= verlaging van de bloeddruk.
vernauwing in longen: verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen.
reactie huid: eczeem; roodheid, jeuk, zwelling, schilfers en korsten. 

verder: niezen, misselijk, bewustzijnsverlies/coma, diarree, tranende ogen etc etc.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

anafylactische reactie
ernstige allergische reactie die kan ontstaan wanneer het lichaam vaker in contact komt met de stof waar diegene allergisch voor is

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anafylactische shock
Bij een zware allergische reactie zwellen de slijmvliezen heel erg op en wordt je benauwd. Je bloedvaten verwijden.
Levensbedreigend!
Epi-pen (adrenaline) vernauwt de bloedvaten tijdelijk.


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

behandeling van anafylaxtishe shock
acuut
adrenaline (vocht): vernauwd de bloedvaten= verhoging van de bloeddruk
antihistaminicum: blokkeren de werking van histamine
corticosteroiden: onderdrukken van ontstekingsreacties van bv: eczeem
later
vermijden van de oorzaak
symptomatische behandeling: bv medicijnen tegen jeuk, loopneus 
desensibilisatie: ongevoelig maken voor bepaalde stoffen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions