Persoonsvorm en zinsdelen verdelen

Nederlands
Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm vinden + zinnen in zinsdelen verdelen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm vinden + zinnen in zinsdelen verdelen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen van vandaag
2. Lezen in je leesboek

3. Nakijken werkblad
4. Informatie kerstactiviteiten 22 december
5. Afsluiting les:  Presentatie Eefke/ Kahoot

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen van vandaag
2. Lezen in je leesboek
3. Nakijken werkblad

4. Film kijken
5. Afsluiting les

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1
Zin a     : vraagzin

Zin c:    tijd veranderen

Zin d:    Onderwerp veranderen

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 2 en 3
1.Vakantie blijkt voor veel mensen een bron van inspiratie
6. De lerares sprak de klas vermanend toe.

3. Wat voor antwoord had jij ingevuld bij vraag 7?
4. Welk boek heb je laatst geleend bij de bibliotheek?

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen:
- Na deze les kun je de persoonsvorm in een zin vinden.
- Na deze les weet je hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag
Je maakt opdracht 3 t/m 5 (blz. 202/ 203)

Je werkt 10 min - 15 min

Klaar? Steek je hand op, zodat ik je werk kan controleren

Slide 7 - Diapositive

Afsluiting les
Lesdoelen behaald?

Kahoot

Slide 8 - Diapositive

Op welke manier(en) kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 9 - Question ouverte

Persoonsvorm:
De persoonsvorm kun je vinden door...:
1) ... de zin in een andere tijd te zetten (= tijdproef: werkt altijd!!!)
2) ... van de zin een vraag te maken (werkt niet altijd)
3) ... de zin van getal te veranderen (= getalproef: let op dat het onderwerp én de persoonsvorm veranderen)

Slide 10 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?: Peter en Jan vochten met elkaar.
A
Peter en Jan
B
vochten
C
met elkaar

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?: Waarom heeft hij jouw telefoon afgepakt?

Slide 12 - Question ouverte

Weet je hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen? Zo ja, hoe doe je dat?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Zinsdelen verdelen:
1) Zoek de persoonsvorm en onderstreep deze.
2) Kijk welk(e) woord(en) voor de persoonsvorm kunnen komen als je de zin van volgorde verandert.

Slide 15 - Diapositive

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?: Gisteren hadden Jip en Janneke ruzie.
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?: Elke ochtend fiets ik met Claudia naar school.

Slide 17 - Question ouverte

Kun je nu de persoonsvorm in een zin vinden?
Ja.
Nog niet altijd.
Nee.

Slide 18 - Sondage

Weet je nu hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen?
Ja.
Nog niet helemaal.
Nee.

Slide 19 - Sondage