ROUS - Crisis 1.1 t/m 1.6

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Kennismaken - socrative invullen
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Socrative
Ga naar socrative als student
Gebruik je eigen naam
Lokaalnummer: ROUKENSVSC
Je hoeft niet om hoofdletters te denken.

Slide 3 - Diapositive

Organisatie
Classroom
LessonUp
--> Pak ondertussen je spullen erbij!

Slide 4 - Diapositive

Jouw organisatie
Spullen
- Check of je deze elke les mee hebt.
- Bij 2 keer vergeten krijg je overschrijfwerk en gaat er een mail naar huis.
Huiswerk
- Af en toe controle
- Bij 2 keer vergeten krijg je overschrijfwerk en gaat er een mail naar huis.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 

Slide 6 - Diapositive

Het boekje Crisis
  • De lesbrief crisis gaat over belangrijke zaken in de economie: kiezen en ruilen
  • Hoofdstuk 1:
  • Belangrijke economische kwesties waarin keuzes gemaakt moeten worden. En we gaan in op wat kiezen inhoudt.

  • Hoofdstuk 2:
  • Ruilen en de rol van het geld

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

H1 Kiezen
In ons leven valt er elke dag heel veel te kiezen. Ga je wel of niet je huiswerk maken, werk je 2 of 3 keer per week, heb je trek in een tosti of broodje bapao. 




In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de afwegingen die je maakt bij verschillende keuzes
Het vak economie buigt zich ook over die (economische) keuzes die gemaakt worden door huishoudens, bedrijven, overheden.
Maar eerst: robots!

Slide 9 - Diapositive

Welk beroep zie jij verdwijnen de komende 20 jaar? En welk beroep zal er ontstaan, wat nu nog niet bestaat?

Slide 10 - Question ouverte

Robotisering
De meeste grote veranderingen gaan geleidelijk, mondjesmaat, met babystapjes. Zo ook ons arbeidsproces, manier van werken; die verandert door de eeuwen heen.
Anno 1930 was je boer, kruidenier of mijnwerker. Er werden goederen gemaakt. Met de handen gewerkt.
 
Anno 2021 ben je advocaat, bankier of verpleger. Er worden diensten geleverd. Vaak (deels) digitaal. 

Slide 11 - Diapositive

De oorzaak van deze verschuiving in sectoren zie je in dit plaatje: de industriële revoluties door de eeuwen heen hebben een deel van het arbeidsproces geautomatiseerd (denk aan landbouwmachines, lopende band in fabrieken) waardoor we meer tijd hebben voor andere zaken (lees; onderwijs, onderzoek, en zo technologische vooruitgang

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Lien

In welk kwadrant zitten wij nu?
A
Oranje
B
Groen
C
Rood
D
Geel

Slide 15 - Quiz

De conjuctuur(golf)

Slide 17 - Diapositive

Consumentenvertrouwen
Indicator die aangeeft of mensen vertrouwen hebben in de economische toekomst





Slide 18 - Diapositive

Laag consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan geen geld meer uitgeven (want straks ben ik misschien werkloos)
  • Er hoeven minder producten gemaakt te worden
  • Er zijn minder mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid stijgt

Slide 19 - Diapositive

Hoog consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn niet bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan meer geld uitgeven 
  • Er moeten meer producten gemaakt te worden
  • Er zijn meer mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid daalt

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Maken H1.1 t/m 1.6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 21 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat consumentenvertrouwen betekent

Slide 22 - Question ouverte

Help, er is een nieuw virus in het land. Wat gebeurt er? Kies de juiste volgorde van 3.
Het consumenten vertrouwen daalt. 
De bestedingen stijgen.
De werkloosheid daalt.
De werkloosheid stijgt. 
De bestedingen dalen.
Het consumentenvertrouwen stijgt.

Slide 23 - Question de remorquage