Crisis 2.4 de kredietcrisis

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 

Slide 1 - Diapositive

Het boekje Crisis
  • De lesbrief crisis gaat over belangrijke zaken in de economie: kiezen en ruilen
  • Hoofdstuk 1:
  • Belangrijke economische kwesties waarin keuzes gemaakt moeten worden. En we gaan in op wat kiezen inhoudt.

  • Hoofdstuk 2:
  • Ruilen en de rol van het geld

Slide 2 - Diapositive

De oorzaak van deze verschuiving in sectoren zie je in dit plaatje: de industriële revoluties door de eeuwen heen hebben een deel van het arbeidsproces geautomatiseerd (denk aan landbouwmachines, lopende band in fabrieken) waardoor we meer tijd hebben voor andere zaken (lees; onderwijs, onderzoek, en zo technologische vooruitgang

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

14 jaar geleden ging het mis in Amerika
Zoals corona lang het wereldnieuws domineerde, was toentertijd de financiële crisis het gesprek van de dag. Banken vielen om, mensen raakten hun geld, pensioen of baan kwijt.  
Niet alleen de financiële markten kregen er van langs; ook de "reële" economie leed enorm onder alle gevolgen. 

Slide 5 - Diapositive

De financiële kredietcrisis 2008-2011
  • in Amerika ontstonden grote (betalings-)problemen op de huizenmarkt--> hypotheken werden niet terug betaald
  • het vertrouwen in het financiële stelsel daar klapte ineen
  •  het wantrouwen trok de wereld over; banken 'vielen om' (gingen failliet), overheidsfinanciën kwamen in het dieprood
  • beurzen kelderden omlaag, vertrouwen van de consument en daarna ook de bestedingen flink onderuit.

Slide 6 - Diapositive

In  slechte tijden neemt door een dalend consumentenvertrouwen
de bestedingen af; minder productie nodig; hogere werkloosheid enz.

Slide 7 - Diapositive

Oorzaak- gevolg van een crisis
Consumentenvertrouwen 
Bestedingen
Productie
Werkloosheid
Uitkeringen 
Premiedruk werkenden 
Overheidstekort
Van boven naar beneden: welke invloed heeft het een op het ander?
?

Slide 8 - Diapositive

Oorzaak- gevolg: welke klopt?
A
dalend consumentenvertrouwen, lagere productie, lagere werkloosheid
B
dalend consumentenvertrouwen, lagere bestedingen, minder productie, lagere werkloosheid
C
dalend consumentenvertrouwen, lagere bestedingen, minder productie, hogere werkloosheid
D
dalend consumentenvertrouwen, lagere bestedingen, meer productie, hogere werkloosheid

Slide 9 - Quiz

Consumentenvertrouwen
Indicator die aangeeft of mensen vertrouwen hebben in de economische toekomst





Slide 10 - Diapositive

Laag consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan geen geld meer uitgeven (want straks ben ik misschien werkloos)
  • Er hoeven minder producten gemaakt te worden
  • Er zijn minder mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid stijgt

Slide 11 - Diapositive

Hoog consumentenvertrouwen
  • Mensen zijn niet bang hun baan te verliezen
  • Mensen gaan meer geld uitgeven 
  • Er moeten meer producten gemaakt te worden
  • Er zijn meer mensen nodig in de bedrijven
  • Dus de werkloosheid daalt

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je het begrip consumentenvertrouwen omschrijven. 
  • De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen. 

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken 2.22 en 2.23



Slide 14 - Diapositive