-2H- herhaling lidwoorden-

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

   Mardi 7 février 2023

Bonjour tout le monde

Comment allez - vous?

Wat heb je nodig?

un livre

un cahier

un ordinateur 

un stylo

Instructie 1

Luister nu aandachtig naar de instructie.

Klas 5 min

Wat heb je nodig?

un livre

un cahier

un ordinateur 

un stylo

Le programme d'aujourd'hui

1.  Devoirs contrôle
2. Een vraag stellen in het F
3. C Phrases-clés & parler
4.  lesevaluatie
5.  Devoirs

Les objectifs = lesdoelen

Aan het eind van de les:

• weet je hoe je in het Frans een vraag stelt.
• Kun je iets bestellen in een restaurant.

Log in in Magister-leermiddelen-Grandes Lignes 1vmbo GT/havo

Cahier d'activité A- chapitre 2- Gram.D

Prends ton ordinateur

1. Devoirs-contrôle

1. Hoe maak je de regelmatige  ww. -er in o.t.t?

2. Grammaire D: ex. 17b +c

3. Lever ex. 19 (wb, p.74) in. 

Nakijken in tweetallen 4 min

1. Vraag stellen in het F

Hoe stel je een vraag in het Frans zonder de volgorde van de zin te veranderen?

a. als. Lees het gele blokje 3 min individueel.

C. Écouter- ex. 13b (wb, p.70).

La pizza Torino c'est quoi? = La pizza Torino wat is dat?

 C'est une pizza aux olives = Dat is een pizza met olijven.

C'est quoi? = wat is dat?

2. C Phrases-Clés & parler p. 70

- ex. 13c:  luister, herhaal en lees mee. 1 min klas.

- ex. 13c Luister en kies het juiste woord  1 klas.

- ex.13d:  rollenspel:  werk in een groep 3: 2 klanten en een ober.

Herhaling: Les articles

• In Hoofdstuk 1 hebben we de Franse lidwoorden geleerd. 
  Welke lidwoorden ken je nog, en wat betekenen ze?

Herhaling: Les articles

• In Hoofdstuk 1 hebben we de Franse lidwoorden geleerd. 
  Welke lidwoorden ken je nog, en wat betekenen ze?
  
  
• Le, La, Les, L' = De/Het
• Un, Une = Een

Aimer, Adorer, Préférer, Détester

• Wat betekenen deze werkwoorden?

Aimer, Adorer, Préférer, Détester

• Deze werkwoorden hebben 1 ding gemeen: ze geven aan wat je van iets vindt.
  
• Aimer = houden van, leuk vinden
  (Aimer bien = best leuk vinden)
• Adorer = dol zijn op
• Préférer = liever hebben
• Détester = een hekel hebben aan

Aimer, Adorer, Préférer, Détester

• Je déteste l'anglais = Ik heb een hekel aan Engels.
  
• Vous préférez la musique? = Jullie hebben liever muziek?
  
• Elles aiment l'école. = Zij houden van school. 
  
  
• Staat er in de Franse zin een lidwoord? En in de Nederlandse vertaling?

Aimer, Adorer, Préférer, Détester

• Normaal gesproken, als er in de Nederlandse zin geen lidwoord staat, gebruik je in het Frans Des.
  Tu as des frères? = Heb jij broers?
  Je mange des gâteaux. = Ik eet taarten.
  
• Bij aimer, adorer, préférer en détester komt er wél een lidwoord na het werkwoord, ook als er in het Nederlands geen lidwoord staat:
  Tu détestes les frères? = Heb jij een hekel aan broers?
  Je préfère les gâteaux = Ik heb liever taart.

Aimer, Adorer, Préférer, Détester

• Samengevat:
  
  Als er in de Nederlandse zin geen lidwoord staat, gebruik je in het Frans des, behalve bij aimer, adorer, préférer en détester, daar gebruik je le, la, les of l'.  

Probeer het eens!

• Vertaal de volgende zinnen:
  1. Ik hou van Engels. (Aimer)
  
  2. Hij heeft een hekel aan de middelbare school.(Détester)
  
  3. Jullie hebben liever wiskunde. (Préférer)

Probeer het eens!

• Vertaal de volgende zinnen:
  1. Ik hou van Engels. (Aimer)
  J'aime l'anglais.
  2. Hij heeft een hekel aan de middelbare school.(Détester)
  Il déteste le collège.
  3. Jullie hebben liever wiskunde. (Préférer)
  Vous préférez les maths/les mathématiques?

Au revoir !

Hoe stel je een vraag - antwoord je

1)  Est-ce que tu es malade?   ->  Oui, je suis malade

2) Een vraagwoord gebruiken

     Où est-ce que tu vas? Je vais à Paris

     Pourquoi est-ce que tu vas à Paris? Par ce que j'ai envie

     Quand est-ce que tu y vas? J'y vais demain

     Comment est-ce que tu y vas? J'y vais en avion

     

4. Les evaluatie

Log in In LesonUp

 

Fais les exercices.

Ik weet hoe ik de werkwoorden op -er moet kan gebruiken in o.t.t.

eens

oneens

Was mijn uitleg duidelijk voor jou?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Les devoirs

Faire (maken)	Grammaire D: ex. 17b+c. Ex. 19 lever het in in de volgende les.
Apprendre (leren):	Grammaire D à la page 93. Utilise Slim Stampen.

Wat is de stam van inviter?

donner - tu ...

1. donner
2. donne
3. donnes
4. donnons

Wat is de stam van danser?

demander - nous ...

1. demandez
2. demandent
3. demandons
4. demande

manger - je ...

1. manger
2. mangez
3. manges
4. mange

danser - elle ...

1. dansons
2. danses
3. danse
4. dansez

parler - vous ...

1. parlez
2. parlons
3. parlent
4. parle

vertaal:
hij praat

1. il parles
2. il parlons
3. il parler
4. il parle

vertaal:
jij zoekt

1. tu cherches
2. tu cherche
3. tu cherchons
4. tu cherchez

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.

😒🙁😐🙂😃