Hoofdstuk 6 paragraaf 1 Externe effecten en overheidsingrijpen

Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Externe effecten en overheidsingrijpen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Externe effecten en overheidsingrijpen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan vertellen wat positieve externe effecten zijn
  • Je kan vertellen wat negatieve externe effecten zijn
  • Je kan vertellen waarom de overheid soms ingrijpt in het marktmechanisme
  • Je kan vertellen hoe de overheid soms ingrijpt in het marktmechanisme

Slide 2 - Diapositive

Externe effecten
  • Wat zijn het?
  • Definitie
  • Positief / Negatief

Slide 3 - Diapositive

Externe effecten
Externe effecten zij effecten die optreden bij huishoudens die niet bij de productie of consumptie betrokken zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Een inkrimping van Schiphol kan zowel positieve als negatieve externe effecten hebben. Twee uitspraken:
I. Een negatief extern effect is dat Schiphol minder omzet zal maken.
II. Een postief extern effect is dat omwonenden minder last van lawaai zullen hebben.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is juist
D
Beide zijn goed

Slide 6 - Quiz

Voorbeeld negatieve externe effecten
1. ‘milieuvervuiling bij productie’. 
2. Vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.
3. Het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.

Slide 7 - Diapositive

Evenwicht normaal
De evenwichtsprijs komt dus uitsluitend tot stand door Qa en Qv.
In dit voorbeeld:

Qv = -2P + 100
Qa = 5P – 50

Hetgeen resulteert in een evenwichtsprijs van € 21,43 en een hoeveelheid van 57,14 mln. stuks.

Slide 8 - Diapositive

Overheid en negatieve externe effecten
  • De overheid kan negatieve externe effecten proberen te verminderen door bijvoorbeeld productievoorschriften of door een goed duurder te maken.
  • Denk bijvoorbeeld aan benzineaccijns als wapen om het autoverkeer terug te dringen.

Slide 9 - Diapositive

Extern in model
Reizen met een vliegtuig is slecht voor het milieu en veroorzaakt geluidsoverlast. 

Om de effecten tóch in de prijs te verwerken zal de overheid in een aantal gevallen, bijvoorbeeld met boetes of heffingen, de producent laten betalen voor de negatieve bijwerkingen.

In dit voorbeeld de vliegtax. Zo veranderen maatschappelijke kosten in bedrijfskosten.

Slide 10 - Diapositive

Welke 3 woorden horen op de open plekken?

Een accijns zorgen ervoor dat de prijs van een product ___ waardoor consumenten ___ ervan consumeren. Externe effecten nemen daardoor ___
A
daalt, meer, toe
B
daalt, minder, af
C
stijgt, minder, af
D
stijgt, meer, af

Slide 11 - Quiz

Positief extern effect
Overheid geeft subsidie, omdat zonnepanelen positieve externe effecten hebben. Qa verschuift naar rechts. Producenten kunnen namelijk door de subsidie goedkoper produceren

Slide 12 - Diapositive

Ander overheidsingrijpen (verstoring)


Inkomensverdeling
Economische macht

Slide 13 - Diapositive

Overheidsingrijpen (oplossing)
Privatisering
Collectivisatie
Regulering en deregulering

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opgave 6.1 t/m 6.5

Slide 15 - Diapositive