Hoofdstuk 6 deel 1 Externe effecten

Hoofdstuk 6 deel 1 Externe effecten
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 deel 1 Externe effecten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Externe effecten


Slide 2 - Diapositive

Externe effecten
  • Wat zijn het?
  • Definitie
  • Positief / Negatief
  • Is het belangrijk

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Een inkrimping van Schiphol kan zowel positieve als negatieve externe effecten hebben. Twee uitspraken:
I. Een negatief extern effect is dat Schiphol minder omzet zal maken.
II. Een postief extern effect is dat omwonenden minder last van lawaai zullen hebben.

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is juist
D
Beide zijn goed

Slide 5 - Quiz

Kosten aanbieder zijn niet alle kosten (macro versus micro)
Maatschappelijke kosten worden door anderen betaald

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld negatieve externe effecten
1. ‘milieuvervuiling bij productie’. 
2. Vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.
3. Het meeluisteren naar je de muziek van je buren als je in de tuin zit kan zowel positief als negatief zijn. Als je het rotmuziek vindt is het negatief. Het wordt echter een positief extern effect als je het leuke muziek vindt.

Slide 8 - Diapositive

Evenwicht normaal
De evenwichtsprijs komt dus uitsluitend tot stand door Qa en Qv.
In dit voorbeeld:

Qv = -2P + 100
Qa = 5P – 50

Hetgeen resulteert in een evenwichtsprijs van € 21,43 en een hoeveelheid van 57,14 mln. stuks.

Slide 9 - Diapositive

Overheid en negatieve externe effecten
  • De overheid kan negatieve externe effecten proberen te verminderen door bijvoorbeeld productievoorschriften of door een goed duurder te maken.
  • Denk bijvoorbeeld aan benzineaccijns als wapen om het autoverkeer terug te dringen.

Slide 10 - Diapositive

Extern in model
Reizen met een vliegtuig is slecht voor het milieu en veroorzaakt geluidsoverlast. 

Om de effecten tóch in de prijs te verwerken zal de overheid in een aantal gevallen, bijvoorbeeld met boetes of heffingen, de producent laten betalen voor de negatieve bijwerkingen.

In dit voorbeeld de vliegtax. Zo veranderen maatschappelijke kosten in bedrijfskosten.

Slide 11 - Diapositive

Welke 3 woorden horen op de open plekken?

Een accijns zorgen ervoor dat de prijs van een product ___ waardoor consumenten ___ ervan consumeren. Externe effecten nemen daardoor ___
A
daalt, meer, toe
B
daalt, minder, af
C
stijgt, minder, af
D
stijgt, meer, af

Slide 12 - Quiz

Positief extern effect
Overheid geeft subsidie, omdat zonnepanelen positieve externe effecten hebben. Qa verschuift naar rechts. Producenten kunnen namelijk door de subsidie goedkoper produceren

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk 6.1 t/m 6.4

Slide 14 - Diapositive