LOB Grenzen aangeven

LOB Grenzen aangeven
LOB stellingen: Aanspreken, respect, grenzen.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LOB Grenzen aangeven
LOB stellingen: Aanspreken, respect, grenzen.

Slide 1 - Diapositive

Grenzen aangeven
Een grens geeft aan wat je fijn vindt en wat je niet fijn vindt. 


In deze les gaan we samen in gesprek. 

Slide 2 - Diapositive

Konden jullie vroeger je grenzen aangeven?

Slide 3 - Question ouverte

Kunnen jullie je grenzen nu aangeven?

Slide 4 - Question ouverte

Waar ligt jouw grens?

Slide 5 - Carte mentale

Een boer laten in het openbaar
Is gepast
Is geen probleem

Slide 6 - Sondage

Iemand op straat uitschelden
Is gepast
Is geen probleem

Slide 7 - Sondage

Het is oké als iemand doorgaat terwijl je aangeeft dat hij/ zij moet stoppen
is gepast
Is geen probleem

Slide 8 - Sondage

Ik kan goed mijn grens aangeven
Eens
Oneens

Slide 9 - Sondage

Hoe geef jij je grenzen aan?
Ik loop weg
Ik verhef mijn stem
Ik zeg niets
Ik ga slaan

Slide 10 - Sondage

Als ik onrecht zie op straat dan grijp ik in.
Zoals iemand wordt lastig gevallen bij de bushalte
Zeker weten
Zeker niet

Slide 11 - Sondage

Af en toe ruzie maken is gezond
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Een derde jaars laat telkens dezelfde 1e jaars struikelen. Dit is pesten.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Als een meisje bij de groep komst staan valt het gesprek stil. Dit is ruzie
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Een meningsverschil kun je oplossen door erover te praten
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Je klasgenoot is boos omdat je ALTIJD moet lachen als hij iets zegt. Dit is pesten.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Conflicten worden ruzie als je er op een verkeerde manier mee omgaat.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Iedereen gaat altijd op dezelfde manier met conflicten om.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Een conflict kun je beter even laten rusten voor je het bespreekt.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz