Lentekriebels: grenzen aangeven

Lentekriebels
grenzen aangeven
grenzen aangeven
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ThemadagBurgerschap+1BasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Introduction

In de les 'Lentekriebels: grenzen aangeven' leren leerlingen op een speelse en veilige manier over het aangeven en respecteren van grenzen. Door praktische oefeningen, stellingen en reflectiemomenten ontdekken ze hoe belangrijk het is om hun eigen grenzen aan te geven én die van anderen te respecteren. Met werkvormen, zoals een loopoefening en een spinner, worden leerlingen uitgedaagd om na te denken over verschillende situaties. De les biedt heldere gespreksvragen en veilige manieren om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken.

Instructions

Waarom deze les?
  • Vergroot het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen van leerlingen
  • Stimuleert open gesprekken over respect en grenzen
  • Sluit perfect aan bij de Week van de Lentekriebels
 Tips voor een veilige klasomgeving:
✅ Maak duidelijk dat er geen foute antwoorden zijn, iedereen mag zich anders voelen.
✅ Benadruk dat grenzen verschillen en dat respect tonen voor elkaar belangrijk is.
✅ Zorg voor een rustige en open sfeer waarin iedereen zich veilig voelt om te delen.

Éléments de cette leçon

Lentekriebels
grenzen aangeven
grenzen aangeven

Slide 1 - Diapositive

De Week van de Lentekriebels gaat over vriendschap, verliefdheid en je fijn en veilig voelen. Het is belangrijk om te weten waar jouw grenzen liggen en die van anderen te respecteren. Bijvoorbeeld: als iemand een knuffel niet fijn vindt, moet je dat accepteren. Grensoverschrijdend gedrag betekent dat iemand iets doet wat jij niet wilt of andersom. Tijdens deze week leer je hoe je daar goed mee omgaat en hoe je op een fijne manier met elkaar omgaat!
...kun jij in je eigen woorden uitleggen wat grens-overschrijdend gedrag is,

...kun jij jouw eigen
grenzen aangeven.

Slide 2 - Diapositive

In deze les leren de leerlingen wat grensoverschrijdend gedrag is en leren ze aangeven wat hun eigen grenzen zijn.
Het is belangrijk om te weten
waar jouw grenzen liggen en die
van anderen te respecteren.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Carte mentale

De leerlingen hebben zojuist een video gezien over grensoverschrijdend gedrag. Welke situaties en woorden associëren de leerlingen met grensoverschrijdend gedrag? 

Met devices:
Laat de leerlingen op www.lessonup.app invullen welke woorden zij bij 'grensoverschrijdend gedrag' vinden passen. Bespreek daarna de antwoorden van de leerlingen. Versleep ze eventueel in bij elkaar horende thema's.

Zonder devices:
Geef leerlingen individueel of in groepjes een A4. Laat de leerlingen een mindmap maken waarin ze woorden opschrijven die zij bij het woord 'grensoverschrijdend gedrag' vinden horen.

Bespreek de antwoorden van de leerlingen.

Hoe merk je aan iemand of
diegene iets fijn vindt of juist niet?
Hoe merk je aan iemand of
diegene iets fijn vindt of juist niet?
A
Als die niks zegt
B
Als die zegt dat die het prettig vindt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie wil jij wel...
Draai aan de spinner.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht: Spinner - Met wie wil jij wel...
Contact hebben met iemand kan ook leuk en fijn zijn! Leerlingen krijgen via een spinner verschillende situaties te zien met wie ze iets zouden willen delen.
Zeg dat je
iets niet wil
Herhaal het
nog een keer
Loop weg
Vraag
om hulp
Luistert diegene nog niet en gaat
die door? Volg dan stap 3 en 4.

Slide 7 - Diapositive

Doet iemand iets wat jij niet wil?
Doe dan het volgende:
  1. Zeg dat je iets niet wil
  2. Herhaal het nog een keer
    Ga door naar stap 3 als iemand doorgaat met het gedrag.
  3. Loop weg
  4. Vraag om hulp
Draai aan de spinner. Hoe geef jij
jouw grens aan in deze situatie?

Slide 8 - Diapositive

Opdracht: Spinner - Grenzen aangeven
Leerlingen krijgen via een spinner zes verschillende situaties te zien waarin ze hun grenzen moeten aangeven. Bij elke situatie bespreken ze hoe ze zouden reageren.

Hulpvragen voor de docent:
  • Wat zou jij in deze situatie doen?
  • Hoe zou je op een respectvolle manier je grens kunnen aangeven?
  • Wat als de ander niet luistert? Wat kun je dan doen?
  • Heb je zelf weleens zoiets meegemaakt? Hoe voelde dat?
Tips voor een veilige klasomgeving:
  • Maak duidelijk dat er geen foute antwoorden zijn, iedereen mag zich anders voelen.
  • Geef leerlingen de optie om een beurt over te slaan als ze zich ongemakkelijk voelen.
  • Benadruk dat grenzen verschillen en dat respect tonen voor elkaar belangrijk is.
  • Zorg voor een rustige en open sfeer waarin iedereen zich veilig voelt om te delen.
  • Reflecteer na de opdracht: hoe voelde het om na te denken over grenzen aangeven?
Waar ligt jouw grens?
Geef jouw grens aan.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Werk in tweetallen: één leerling is A, de ander B. A’s staan aan de ene kant van de ruimte, B’s aan de andere. B’s blijven staan, terwijl A’s langzaam naar hen toe lopen. B zegt duidelijk “Stop” zodra het dichtbij genoeg voelt.

Kijk daarna rond: waar stopte iedereen? Bespreek:

Was je tevreden met je stop-moment?
Had je eerder of later kunnen stoppen?
Let je op anderen of vooral op jezelf?
Draai de rollen om en herhaal. Probeer eventueel met nieuwe tweetallen om te ervaren dat grenzen verschillen per persoon.

Hoe goed voelde jij je bij
het aangeven van je grens?
Hoe goed voelde jij je bij
het aangeven van je grens?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Sondage

Blik terug op de vorige opdracht.

Grenzen aangeven is altijd makkelijk.
Grenzen aangeven is altijd makkelijk.

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


Eerst dacht ik... Nu denk ik...
Eerst dacht ik... Nu denk ik...

Slide 12 - Question ouverte

Aan het einde van de les schrijven of bespreken leerlingen hoe hun gedachten over grenzen aangeven zijn veranderd. Eerst bedenken ze wat ze vóór de les dachten over het onderwerp. Daarna reflecteren ze op wat ze nu hebben geleerd of anders zien.

Bijvoorbeeld:
  •  Eerst dacht ik dat het moeilijk was om “stop” te zeggen.
  •  Nu denk ik dat het juist helpt om duidelijk te zijn.
Deze werkvorm helpt leerlingen om hun inzichten te verwoorden en te onthouden.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions