Les 9 - Poëzie en fictie: onderdeel A

Planning
Lezen (20min)
Huiswerkcontrole + gelegenheid tot stellen van vragen (10min)
Datum toets werkwoordspelling (5min)
Uitleg Poëzie en fictie -onderdeel A (10min)
Aan de slag! (20min)
Kahoot (5min)
Huiswerk



1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Planning
Lezen (20min)
Huiswerkcontrole + gelegenheid tot stellen van vragen (10min)
Datum toets werkwoordspelling (5min)
Uitleg Poëzie en fictie -onderdeel A (10min)
Aan de slag! (20min)
Kahoot (5min)
Huiswerk



Slide 1 - Diapositive

Wat was het huiswerk?
Lezen: H6- Spelling: de theorie over vt van sterke werkwoorden op blz. 162

Maken: opdracht 1 t/m 5

Slide 2 - Diapositive

Antwoorden

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Mijn gevoel bij
dit fragment

Slide 5 - Carte mentale

Lees jij graag?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 6 - Quiz

Noteer de titel en de schrijver van het boek dat je als laatste gelezen hebt.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Dit hoofdstuk gaat over fictie.
Wat is fictie eigenlijk?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive


A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 14 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz

Schoolboeken, nieuwsberichten, reisverhalen en biografieën zijn
A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 18 - Quiz

Realistische fictie
Realistisch fictie => fictie (verzonnen verhaal) wat 'net echt' lijkt.
Voorbeelden?


Niet-realistisch fictie => fictie die niet waar kan zijn, zoals sprookjes, en fantasy-boeken. 
Voorbeelden?

Slide 19 - Diapositive

Realistische fictie
Niet-realistische fictie

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Je krijgt een kaartje.
Schrijf een kort verhaaltje (± 5 regels).
Op het kaartje staat of je verhaaltje realistisch of 
niet-realistisch moet zijn.

Stefan woont met zijn broertje en ouders in een leuke straat in de stad. Op een morgen wordt hij wakker en ziet hij een verhuiswagen in de straat staan. De nieuwe buren zijn er.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht
Lees je verhaaltje voor aan je buurvrouw/buurman.
Is het realistisch of niet-realistisch?
Waaraan zie je dat?
Bespreek het samen.

Ik vraag aan 3 leerlingen om het verhaaltje van hun buurman/buurvrouw voor te lezen en te vertellen of het realistisch/ niet-realistisch is en waarom.

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
Poëzie en fictie op blz. 168
Maken: opdracht 1 + 2

Klaar? Maak alvast je huiswerk= opdracht 3 + 4

Beantwoord de vragen in mooie volzinnen. Gebruik hoofdletters en vergeet geen leestekens!!
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
Poëzie en fictie op blz. 168
Maken: opdracht 1 t/m 4



Beantwoord de vragen in mooie volzinnen. Gebruik hoofdletters en vergeet geen leestekens!!

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien