Herhaling bijvoeglijk naamwoord & passé composé

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour 1V!

BONJOUR ET BIENVENUE

Bonjour

et 

bienvenue!!

Aujourd'hui

• La tâche de début
• Le serpent
• Herhaling chapitre 5
  (Passé composé)
• Au travail
• Expression écrite 

Prenez ton portable

Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.

Passé composé

Passé composé met avoir 

Passé composé

J' (ik)	ai	dans é
Tu (jij)	as	dans é
Il/elle/on (hij/zij/wij)	a	dans é
nous (wij)	avons	dans é
Vous (jullie/u)	avez	dans é
Ils/elles (zij)	ont	dans é

Ik heb gedanst.

Verleden tijd: passé composé 

Wat is de passé composé?

Wat is de passé composé?

1. toekomende tijd
2. tegenwoordige tijd
3. verleden tijd

Wat is de passé composé?

1. ik eet
2. ik heb gegeten
3. ik at
4. ik zal eten

Passé composé

Manger	j'ai
Parler	tu as
Danser	il a
Jouer	on a
Aimer	nous avons

mangé

parlé

Dansé

joué

aimé

Vertaal: Wij hebben gegeten

1. Nous avons mangé
2. Nous mangé
3. Vous mangé
4. Vous avez mangé

Maak de zin compleet:
Ils ...............chanté

1. ont
2. a
3. sont
4. avons

Maak de zin compleet:
Vous avez ...........? (travailler)

1. travaillez
2. travaillé
3. travailler
4. travaillons

Vertaal:
Il a donné un cadeau

Vertaal:
Wij hebben gewerkt

Au travail !

Wat? exercice 4 & 5 à la page 128	Met wie en hoe? In tweetallen overleggen/samenwerken	Hulp nodig? Steek je hand op
Tijd?	Tip: Kijk op pagina 43	Klaar? Apprenez le vocabulaire

Exemple:

Je m'appelle Merel, j'ai vingt-cinq ans et j'habite à Alkmaar. Ma mère s'appelle Isa et son anniversaire est le dix septembre. Elle a cinquante six ans. Elle a les yeux marrons, les cheveux bruns et elle porte des lunettes.

etc...

Décrivez toi et ta famille (omschrijf jezelf & je familie)

Inhoud: Maak hele zinnen

1. Vertel hoe je familielid heet
2. Vertel zijn/haar leeftijd + verjaardag
3. Omschrijf hoe hij/zij eruit ziet (haarkleur & oogkleur)

Tip: Kijk op pagina 40

Expression écrite = huiswerk dinsdag 1H/1V

Enquête

Geef antwoord op de vragen in de enquête

Het is anoniem

dashboard.blooket.com

het Bijvoeglijk Naamwoord

Wat is een Bijvoeglijk Naamwoord?

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:

1. een werkwoord
2. een bijwoord
3. een persoonlijk voornaamwoord
4. een zelfstandig naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	-e
meervoud	-s	-es

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	petit	petit e
meervoud	petit s	petit es

Het bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. La fleur est vert.
2. La fleur est verte.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Le lit est grand.
2. Le lit est grande.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.
3. Elle porte une robe bleu.
4. Elle porte une robe bleues.

les cheveux

les yeux

noir

marron

les lunettes

bleu

Vertaal:
Zij heeft blauwe ogen

Les cheveux sont (zwart)

1. noir
2. noire
3. noirs
4. noires

Onregelmatige bijvoeglijk naamwoorden

man. enk.	vrouw. enk.	man. mv .	vrouw. mv.	vertaling
beau	belle	beaux	belles	mooi
nouveau	nouvelle	nouveaux	nouvelles	nieuw
vieux	vielle	vieux	vieilles	oud

Elle est (mooi)

1. beau
2. belle
3. beaux
4. belles

Ils sont (nieuw)

1. nouveau
2. nouveaux
3. nouvelle
4. nouvelles

Ma grand-mère est (oud)

1. vieux
2. vieille
3. vieux
4. vieille

Mes grand-mères sont (oud)

1. vieux
2. vieille
3. vieux
4. vieilles

Au travail !

Wat? exercices 30, 31, 32, 33 & 34	Met wie en hoe? - In tweetallen	Hulp nodig? Steek je hand op.
Tijd?	Tip: Kijk op pagina 40	Klaar? - Apprenez le vocabulaire de chapitre 5

quizlet.com