Medicatie test les 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Wat weet ik al na les 1?

Om medicatie te mogen geven moet je bevoegd en bekwaam zijn.
Je bent bevoegd als je.......

1. kennis hebt over medicatie
2. een opleiding volgt voor verpleegkundige
3. een diploma verzorgende of verpleegkundige hebt
4. je zelf vindt dat je bevoegd bent

Bekwaam ben je als..............

1. je een diploma hebt en zelf vind dat je voldoende kennis hebt
2. als collega's dat tegen je zeggen
3. je een diploma verzorgende of verpleegkundige hebt
4. als de arts dat tegen je zegt

1. Medicatie bestaat vaak uit een merknaam en een stofnaam.
2. De merknaam en de stofnaam zijn altijd hetzelfde.

1. 1 en 2 zijn beide juist
2. 1 is juist en 2 is onjuist
3. 1 is onjuist en 2 is juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Opiaten moet je altijd bewaren in een kast die op slot kan.

1. waar
2. niet waar

Een voorbeeld van een medicijn met een causale werkingen is

1. paracetamol
2. ibuprofen
3. ijzertabeletten
4. antibiotica

Een voorbeeld van een medicijn wat de symptomen bestrijd is

1. antibiotica
2. vitaminen
3. paracetamol
4. bloedverdunners

Op een recept wat voorgeschreven wordt moet altijd de naam van de arts staan.

1. waar
2. niet waar

Contra-indicatie is

1. een reden op medicatie voor te schrijven.
2. een reden om medicatie juist niet voor te schrijven
3. een ander woord voor de bijsluiter van een medicijn
4. medicatie die apart bewaard moet blijven

Wat is niet waar?

1. Medicatie moet je altijd in de originele verpakking bewaren
2. Medicatie moet je op een veilige plaats bewaren
3. Oude medicatie mag je gewoon in de prullenbak gooien
4. Medicatie heeft een houdbaarheidsdatum

Welke medicijnvorm zie je hier?

1. Tablet
2. Dragee
3. Bruistablet
4. Zetpil

Welke medicijnvorm zie je hier?

1. Tablet
2. Dragee
3. Bruistablet
4. Capsule

Welke medicijnvorm zie je hier?

1. Tablet
2. Dragee
3. Bruistablet
4. Capsule