Les 1 Nederlands A2

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Beroepsopleiding

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Voorstellen
  • Wat wil je leren?
  • Herhaling
  • Luisteroefening
  • Afsluiting les

Slide 2 - Diapositive

Wie ben jij?
Hallo, ik ben Hermenke. Ik ben 52 jaar. Ik kom uit Nederland en ik woon in Tegelen. Ik werk als docent bij Gilde Opleidingen.
Ik woon samen met mijn man en 3 dochters. Mijn dochters zijn 21, 19 en 18 jaar oud. 
Ik houd van muziek (ik speel cello), lezen, wandelen en handwerken.

En jij?

Slide 3 - Diapositive

Wat wil jij leren?

Slide 4 - Carte mentale

Herhaling A1
  • Het werkwoord
  • De getallen
  • Woordvolgorde
  • Het meervoud
  • De klok
  • Persoonlijk voornaamwoorden
  • Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Diapositive

Ik ... een nieuw huis (kopen)
A
kop
B
kopen
C
koop
D
koopt

Slide 6 - Quiz

Jij ... mij een cadeau (geven)
A
geevt
B
geeft
C
geef
D
geven

Slide 7 - Quiz

Mijn moeder ... een boek
(lezen)

Slide 8 - Question ouverte

... jij een glas bier?
(drinken)

Slide 9 - Question ouverte

... u een reservering?
(hebben)

Slide 10 - Question ouverte

Welke zin is correct?
A
Morgen wij gaan samen naar de dierentuin?
B
Gaan wij morgen samen naar de dierentuin?
C
Wij gaan morgen samen naar de dierentuin?
D
Morgen gaan wij samen naar de dierentuin?

Slide 11 - Quiz

Welke zin is correct?

Ik kan niet werken, omdat ...
A
ik ziek ben
B
ik ben ziek

Slide 12 - Quiz

Welke zin is correct?

Ik bel je, want ...
A
Ik moet je iets vertellen
B
ik je iets moet vertellen

Slide 13 - Quiz

Welke zin is correct?

Omdat ik honger heb, ...
A
ik een hamburger eet
B
eet ik een hamburger
C
ik eet een hamburger

Slide 14 - Quiz

Welke zinnen zijn correct?

Er zijn twee antwoorden goed
A
Morgen ik ga werken
B
Ik ga werken morgen
C
Morgen ga ik werken
D
Ik ga morgen werken

Slide 15 - Quiz

Vertaal:
I need a book

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal:
We need a pen

Slide 17 - Question ouverte

Zet in meervoud:
Het huis

Slide 18 - Question ouverte

Zet in meervoud:
De vleugel

Slide 19 - Question ouverte

Zet in meervoud:
De tak

Slide 20 - Question ouverte

Zet in meervoud:
De taak

Slide 21 - Question ouverte

Zet in meervoud:
De boom

Slide 22 - Question ouverte

Zet in meervoud:
Het kind

Slide 23 - Question ouverte

Zet in meervoud:
De knie

Slide 24 - Question ouverte

Dit zijn ... sleutels

A
u
B
uw
C
de uwe

Slide 25 - Quiz

Dit is niet mijn auto, dit is ...

A
jij
B
jouw
C
de jouwe
D
jou

Slide 26 - Quiz

Wij helpen ...

A
jij
B
jouw
C
de jouwe
D
jou

Slide 27 - Quiz

Vertaal:
I'm going to work

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal:
I'll work

Slide 29 - Question ouverte

Ik heb een ... auto

A
rood
B
rode
C
roden

Slide 30 - Quiz

Ik zit op een ... stoel

A
hout
B
houten
C
houte

Slide 31 - Quiz

Mijn broertje is erg ...

A
slim
B
slimme
C
slimmen

Slide 32 - Quiz

Ik wil de ... trui

A
groen
B
groene
C
groenen

Slide 33 - Quiz

Wij hebben een ... huis

A
groot
B
grote
C
groten

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Spreek de volgende getallen uit:
12
25
140
37
48
99
2023
1971
520
76

Slide 36 - Diapositive

Luisteroefening
Moeilijke woorden:
1. Ik heb het druk: ik moet heel veel doen
2. jammer: niet leuk
3. overmorgen: de dag na morgen
4. verder eet ik alles: alle andere dingen eet ik wel
5. gezellig: leuk (om samen iets te doen)

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

Waarom belt Yin haar vriendin?
  • Ze wil Eva snel zien..
  • Ze wil met Eva over een probleem praten..
  • Ze wil met Eva naar een restaurant.

Slide 39 - Diapositive

Wat hoor je in de tekst? Kies de goede antwoorden. Er zijn 4 antwoorden goed.

  1. Yin had geen tijd om Eva te bellen..
  2. Eva moet vanavond werken..
  3. Yin gaat naar haar broer in Groningen..
  4. Eva wil alleen bij haar thuis eten..
  5. Eva eet alles..
  6. Yin en Eva gaan morgen naar de film..
  7. Yin en Eva zien elkaar vrijdag..
  8. Eva gaat naar Yins huis.

Slide 40 - Diapositive


Yin: Hoi Eva, hoe is het?
Eva: Hé Yin, leuk dat je belt.  1.  ____________ , en met jou?
Yin: ja, ook goed. Ik had het twee weken heel  2. ________________ op mijn werk, maar nu is het beter. Ik heb weer tijd om je te bellen, haha. Heb je zin om vanavond 3. _____________  te eten?
Eva: Nee, ik moet werken. Wat  4. _______________  , maar zullen we morgen dan samen eten?
Yin: O, morgen kan ik niet. Dan ben ik bij mijn zus in Groningen. Overmorgen  5. ______________  , vrijdag?
Eva: Ja, dan kan ik wel. Leuk! Bij jou of bij mij? Of in een restaurant?
Yin: Kom maar bij mij, ik  6. _______________ wel. Eet je nog steeds geen vlees?
Eva: Nee, geen vlees voor mij. Verder eet ik alles!







Slide 41 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je vandaag hebt geleerd:

Slide 42 - Question ouverte

Schrijf 2 dingen waarover je meer wil weten.

Slide 43 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Diapositive