Ook taal - Lekker lezen! - 'De reus'

Lekker lezen!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lekker lezen!

Slide 1 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat een gedicht is.
Ik herken en duid beeldspraak.

Slide 2 - Diapositive

Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
plaatjes?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Bekijk de tekst, maar lees hem nog niet!

Slide 3 - Diapositive

Ik lees een gedicht altijd twee keer! 
Waarom zijn de vragen: 
'Wat voor soort tekst is dit?'
 en 
'Hoe ga ik de tekst lezen?'
juist bij een gedicht belangrijk?
Bekijk de video.

Slide 4 - Diapositive

 Schrijf ze boven of onderaan de tekst in de kantlijn. 
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 5 - Diapositive

Lees mee met de leerkracht.
Vind je het een mooie tekst? Waarom?
Hoorde je verschil tussen de eerste en de tweede keer voorlezen?
Begrijp je de tekst?

Slide 6 - Diapositive


AABB
We leren over een gedicht
Er worden wonderen verricht.
Ja, met Kidsweek in de klas
Daarmee zijn we in ons sas!

ABAB
We leren over een gedicht
Ja, met Kidsweek in de klas
Er worden wonderen verricht
Daarmee zijn we in ons sas!

ABBA
We leren over een gedicht
Ja, met Kidsweek in de klas
Daarmee zijn we in ons sas!
Er worden wonderen verricht.
Als de laatste woorden uit de zinnen rijmen, spreken we van eindrijm.
Herken je een rijmschema in het gedicht?
Kleur in het gedicht de woorden die op elkaar rijmen met dezelfde kleur.
Bij een rijmschema worden de zinnen die op elkaar rijmen aangeduid met dezelfde letters.

Slide 7 - Diapositive

'Met rood aangelopen wangen stampvoette ik de trap op.'
In een gedicht wordt vaak “veel verteld in weinig woorden”.
Hierbij maakt de schrijver vaak gebruik van beeldspraak: De schrijver bedoelt iets anders dan hij of zij zegt.
Hoe voelt deze persoon zich? Waarom
denk je dat?

Slide 8 - Diapositive

De leerkracht doet het voor.

Slide 9 - Diapositive

De leerkracht doet het voor.
Het is 7 uur 
's ochtends
Ik kan al uren niet slapen
Is erg over één of meerdere dingen aan het nadenken

Slide 10 - Diapositive

We doen het samen.
Duid de beeldspraak en vat de alinea samen.

Slide 11 - Diapositive

Doe het zelf.
Duid de beeldspraak en vat de alinea samen.

Slide 12 - Diapositive

Beantwoord de vragen.
Tekstgerichte vragen:
Hoe heet de dokter van de hoofdpersoon?
Op welke dag speelt dit verhaal zich af?
Wie waren er allemaal met de hoofdpersoon mee naar het ziekenhuis?

Is de hoofdpersoon een jongen of een meisje? Waarom denk je dat?
Wat vind je van de gekozen afbeeldingen?
Waarom hebben ze voor deze afbeeldingen gekozen denk je?
Schrijf zelf een gedicht van minimaal 4 regels over het thema ‘gezondheid’. 
Kies hiervoor zelf een rijmschema.

Slide 13 - Diapositive

Z'n moeder probeert hem af te leiden. (Hij houdt waarschijnlijk van voetbal).
Hij is in z'n hoofd al bezig met het infuus dat hij in z'n arm gaat krijgen.

Slide 14 - Diapositive

Z'n klasgenoten zitten  gewoon op school.
Het is een 'vaste' kuur
Het gebeurt dus vaker -> Waarschijnlijk een chronische ziekte

Slide 15 - Diapositive

Hij moet elke dinsdag naar het ziekenhuis. En hij is blij dat hij er morgen weer vanaf is.

Slide 16 - Diapositive

Hij moet elke dinsdag naar het ziekenhuis. En hij is blij dat hij er morgen weer vanaf is.

Slide 17 - Diapositive

Zou je deze tekst verder willen lezen?

Zou je meer van dit soort teksten willen lezen?

Slide 18 - Diapositive

Tot de 
volgende keer!

Slide 19 - Diapositive