Woordenschat H1 - Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Welkom 2HA1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemorgen 

Vandaag...

- Herhaling theorie woordenschat H1

- Nakijken Opdracht 4 t/m 6

- Uitleg Grammatica: pers. vnw en bez. vnw

- Aan de slag

- Terugkoppeling/ evaluatie lesdoelen 

Lesdoel 

1. Je weet wat een pers. vnw/ bez. vnw is

2. Je kunt deze voornaamwoorden herkennen in een zin

Herhaling Theorie

Vergelijking:  (object, beeld, beeldspraak)

1. Maak individueel een woordspin (3 min)

2. Overleg met je buurman en 

vul je eigen woordspin aan (1 min)

3. Klassikaal bespreken (5 min)

Bespreken huiswerk

Opdracht 6 (opdracht 4 komt hierin terug)

Opdracht 5 gaat alleen over woordjes.

Persoonlijk voornaamwoord

Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon( dier/ding) zonder ze bij naam te noemen.

Een persoonlijk voornaamwoord kan je vervangen door een naam. 

Zij heeft het nog niet gelezen.

Liza heeft dit boek gekregen. 

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)

1. Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

2. Het bezittelijk voornaamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.

3. Het bezittelijk voornaamwoord staat op de plek van het lidwoord. 

Dit is jouw fiets, maar deze fiets is van mij. 

             bez. vnw                                                                       pers.vnw

Extra Instructie of aan de slag

Je maakt opdracht 1 t/m 3 (blz. 30 en 31)

Je bent in stilte aan het werk

15 minuten

Ben je klaar? Dan pak je je leesboek

Controle: lesdoel behaald?

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. Zij
2. Zij, aan
3. Hem
4. Zij, hem

Wat is het bezittelijke voornaamwoord?

Heb je je telefoon opgeladen?

1. de eerste je
2. de tweede je

Volgende les

Huiswerk: Opdracht 4. blz. 31

 Grammatica: Herhaling 

Persoonlijk/ bezittelijk vnw