Herhaling pers. vnw. en bez. vnw.

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- dagopening
- stillezen
- toets Lezen bespreken
- herhaling grammatica H7 + H35


Leerdoel:
- Ik leer wat de kenmerken en functie van zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn in een zin.
- Ik kan deze woordsoorten herkennen in een zin.
Huiswerk dinsdag 17 januari
Maken: hoofdstuk 35, opdracht 5, 6, 7

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- dagopening
- stillezen
- toets Lezen bespreken
- herhaling grammatica H7 + H35


Leerdoel:
- Ik leer wat de kenmerken en functie van zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn in een zin.
- Ik kan deze woordsoorten herkennen in een zin.
Huiswerk dinsdag 17 januari
Maken: hoofdstuk 35, opdracht 5, 6, 7

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

C-leesboek
Zie Magister, dinsdag 10 januari


Slide 3 - Diapositive

H7 samengevat:

Werkwoordsvormen geven (o.a.) de tijd van een zin aan:

  • onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)                                                                   ik roep
  • onvoltooid verleden tijd (ovt)                                                                                 ik riep
  • voltooid tegenwoordige tijd (vtt)                                                     ik heb geroepen
  • voltooid verleden tijd (vvt)                                                                  ik had geroepen


Slide 4 - Diapositive

H7 samengevat:

Andere werkwoordsvormen zijn:
  • het hele werkwoord (infinitief) 
Ik hoorde jullie fluiten.
  • het voltooid deelwoord.
De scheidsrechter heeft goed gefloten.
  • het onvoltooid deelwoord (hele werkwoord + d of de)
Zij gaat altijd fluitend naar haar werk.


Slide 5 - Diapositive


Ik zie je.

Ik zie je fiets.

Slide 6 - Diapositive


'Ik zie jou fiets' of 'Ik zie jouw fiets'.

'Ik vind jou aardig' of 'Ik vind jouw aardig'. 

Slide 7 - Diapositive

Herhaling pers. vnw. + bez. vnw.
Log in bij LessonUp Nederlands.
Klik op het mapje 'grammatica woordsoorten' en maak de les.

Code Nederlands:  sjlvm

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

De tandarts is vandaag afwezig,  want                 is ziek.                 
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op 
Wanneer gaan                     verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet                   per dag? 
hij
je
ik
hem
zij

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat is het pers. vnw.?
Jullie moeten hem deze vraag stellen.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het pers. vnw.?
Kunt u me morgen naar de bioscoop brengen?

Slide 16 - Question ouverte

Wie haalt jullie op?

jullie =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

mijn huis.
mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Wij hebben ons vergist.
wij =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Quiz

Zijn pen doet het niet.

Is 'zijn' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 21 - Quiz

Wat is het bez. vnw.?
Mijn telefoon is zoek.

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het bez. vnw.?
Heb jij mijn tas meegenomen ?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het bez. vnw?
Smaakt jouw kroket ook zo vies?

Slide 24 - Question ouverte

Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?

'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 25 - Quiz

Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.

'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 26 - Quiz

Deze glutenvrije spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.

'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 27 - Quiz

Maak een zin met een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 28 - Question ouverte

Maak een zin met een bezittelijk voornaamwoord.

Slide 29 - Question ouverte

Ik snap het verschil tussen een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz