toets leerjaar 2 basis thema 1 verbranding en ademhaling

is voor verbranding koolstofdioxide nodig?

1. ja
2. nee

is verbranding mogelijk zonder zuurstof?

1. ja
2. nee

Kun je koolstofdioxide aantonen met helder kraanwater?

1. ja
2. nee

Adem je meer zuurstof uit dan je inademt?

1. ja
2. nee

Laura loopt op een mooie winterdag in het bos. Er ontstaan steeds wolkjes rond haar mond. Dat zie je in de afbeelding.

Ontstaan de wolkjes als Laura inademt?

1. ja
2. nee

Bevat de lucht die Laura uitademt meer koolstofdioxide dan de lucht die Laura inademt?

1. ja
2. nee

Vindt verbranding alleen in je spieren plaats?

1. ja
2. nee

Gaat koolstofdioxide van het bloed naar de lucht in de longblaasjes?

1. ja
2. nee

Bevat frisse lucht veel zuurstof en weinig koolstofdioxide

1. ja
2. nee

Is de slokdarm een deel van het ademhalingsstelsel?

1. ja
2. nee

Houden de neusharen stofdeeltjes tegen?

1. ja
2. nee

Is de binnenkant van de bronchiën bekleed met slijmvlies?

1. ja
2. nee

Bij scheikunde heeft de vorige klas een proefje met zwavel gedaan. Het lokaal stinkt nu naar rotte eieren. Karel heeft daar nu les. Daarom ademt Karel door zijn mond.
Kan Karels reukzintuig nu nog voor gevaarlijke stoffen in de lucht waarschuwen?

1. ja
2. nee

Hoesten rokers meer doordat teer de trilharen beschadigt?

1. ja
2. nee

Kan waterdamp gemakkelijk door de wanden van de longhaarvaten heen?

1. ja
2. nee

Is smog luchtvervuiling met veel koolstofdioxide?

1. ja
2. nee

Wat gebeurt er bij verbranding in je lichaam?

1. Er wordt brandstof gebruikt om beweging te krijgen.
2. Er wordt warmte gebruikt om energie te krijgen.
3. Er wordt energie gebruikt om brandstoffen te krijgen

Wanneer kan er veel koolstofdioxide in een vol klaslokaal komen?

1. Als er te weinig geventileerd wordt
2. als er veel fijnstof in de lucht zit
3. als het buiten warm is

welke stof is een indicator voor koolstofdioxide?

1. gekookt water
2. helder kalkwater
3. zuurstof

Een meisje ademt uit tegen een ruit, hierbij beslaat de ruit.
Waardoor beslaat de ruit?

1. doordat uitgeademde lucht viezer is
2. door koolstofdioxide in de uitgeademde lucht
3. door waterdamp in de uitgeademde lucht

Door welk deel gaat zuurstof bij neusademhaling?

1. Alleen door deel 1.
2. Alleen door deel 2
3. Zowel door deel 1 als door deel 2.

Marie fietst rustig naar school. Haar klasgenootje Pieter ziet haar fietsen en denkt: nu moet ik opschieten. Hij rent naar de keuken om zijn lunchpakket te pakken en vervolgens naar de schuur om zijn fiets te pakken en snel naar school te fietsen. Terwijl Pieter hard aan het fietsen is, komt Stefan met zijn moeder in de auto voorbij.

1. bij Marie
2. bij Pieter
3. bij Stefan

In de afbeelding is een doorsnede
van hoofd en hals schematisch getekend.
Vier pijlen zijn genummerd.

Welke weg wordt door pijl 3 weergegeven?

1. De weg die lucht aflegt bij het inademen
2. De weg die het voedsel aflegt bij het slikken
3. De weg die het voedsel aflegt bij het verslikken

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof

ingeademde lucht

uitgeademde lucht

weinig

weinig

weinig

veel

veel

veel

25 Vul de juiste woorden op de goede plek in.

 Kies uit: energie – glucose – koolstofdioxide (2x) – longen – verbranding – voedsel – zuurstof.

 Zuurstof komt in je lichaam door de …1…

 Brandstoffen komen je lichaam binnen via je …2…

 Een belangrijke brandstof voor je lichaam is ...3…

 Je spieren hebben …4… nodig om te bewegen.

 In alle cellen van je lichaam vindt …5… plaats.

 Voor verbranding is …6… nodig.

 Bij de verbranding in je lichaam ontstaat …7… en water.

 Je longen geven de …8… af aan de lucht.

noteer de nummers 1 t/m 8 van de vorige vraag in dit antwoord.