5.4 Geld genoeg?

Goedemorgen :) 
-Graag je laptop pakken
-telefoons weg, airpods en andere oortjes uit.
Vandaag: 
Les 1: herhaling 5.3
Uitleg 5.4: graag meedoen met de les: Lessonup

les 2: Zelfstandig aan het werk, ruimte voor vragen.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen :) 
-Graag je laptop pakken
-telefoons weg, airpods en andere oortjes uit.
Vandaag: 
Les 1: herhaling 5.3
Uitleg 5.4: graag meedoen met de les: Lessonup

les 2: Zelfstandig aan het werk, ruimte voor vragen.

Slide 1 - Diapositive

Het minimumbedrag dat je volgens de overheid nodig hebt om van te kunnen leven. 
Zo word Nederland, vanwege zijn goede voorzieningen, ook wel genoemd 
Hier zijn uitkeringen onderdeel van 
Sociaal minimum
Verzorgingsstaat 
Sociale zekerheid

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De inkomsten op de rijksbegroting zijn lager dan de uitgaven.
Uitkering die betaald wordt met belastinggeld. Voorbeeld is de bijstand.
Land waarvan de overheid zorgt voor goede sociale zekerheid, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs voor iedereen.
De inkomsten op de rijksbegroting zijn hoger dan de uitgaven.
Begrotingsoverschot
Begrotingstekort
Verzorgingsstaat
Sociale voorziening

Slide 5 - Question de remorquage

Een overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van rijksoverheid voor het komende jaar. 
Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën over de gemaakte keuzes. 
Een schuld die is opgebouwd in alle jaren dat de overheid een begrotingstekort had en dus geld heeft moeten lenen van banken. 
Miljoenennota
Rijksbegroting 
Staatsschuld 

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

45 miljard = ... miljoen
A
4500
B
450
C
0,45
D
45000

Slide 9 - Quiz

650 miljoen = ... miljard
A
65
B
0,65
C
650.000
D
6,5

Slide 10 - Quiz

€ 200 miljoen x 5.000 = ... miljard
miljoen x duizend = miljard
A
1 miljard
B
10 miljard
C
100 miljard
D
1.000 miljard

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Belastingen
Niet-belastingontvangsten
BTW
Accijns
Winst overheidsbedrijven
Boetes
Inkomsten-belasting

Slide 13 - Question de remorquage

Welke van onderstaande inkomsten van de overheid zijn niet-belastingontvangsten?

1. aardgas 2. accijns 3. boetes 4. winst staatsloterij
A
1, 2, 3
B
1, 2, 4
C
2, 3, 4
D
1, 3, 4

Slide 14 - Quiz

Wanneer er sprake is van een begrotingstekort, heeft de overheid meer                     begroot dan                     . 
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer                             begroot dan                      .

 Vul de woorden in op de juiste plek.
inkomsten
uitgaven
inkomsten
uitgaven

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive

Indirecte belastingen
Directe belastingen

Btw
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Accijns

Slide 17 - Question de remorquage

Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Bij welk antwoord staan alleen gemeentelijke inkomsten
A
OZB, BTW en het Rijk
B
Het rijk, leges, OZB
C
OZB, afvalstofheffing, BTW
D
Afvalstofheffing, BTW en rioolrechten

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste inkomsten van een gemeente?
A
Inkomsten vanuit het rijk
B
Gemeentebelastingen
C
Geld vanuit de verkoop van paspoorten
D
Geld vanuit parkeerboetes

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Maak opgaven 5.3 en 5.4
Maak opgaven 17 tot en met 24

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo